316 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
99.05
Motor regelmodus
DTC
Scalar
99.06
Motor nom.stroom
0.0 ... 6400.0 A
99.07
Motor nom.spann.
1/6 ... 2 × U
N
99.08
Motor nom.freq.
Beschrijving
Kiest de motorbesturingsmodus.
Direct torque control. Deze modus is voor de meeste
toepassingen geschikt.
Opmerking: Gebruik, in plaats van direct-koppelbesturing,
scalarbesturing
• bij toepassingen met meerdere motoren 1) als de
belasting niet gelijkmatig over de motoren verdeeld is, 2)
als het motoren van verschillende grootte betreft of 3) als
de motoren na de motoridentificatie (ID-run) gewijzigd
gaan worden,
• als de nominale motorstroom minder is dan 1/6 van de
nominale uitgangsstroom van de omvormer,
• als de omvormer zonder aangesloten motor wordt
gebruikt (bijvoorbeeld voor testdoeleinden),
• als een middenspanningsmotor via een step-up
transformator op de omvormer is aangesloten.
Scalar-besturing. Deze modus is geschikt voor speciale
gevallen waarin DTC niet kan worden toegepast. Bij
scalarbesturing wordt de motor gestuurd met een
frequentiereferentie. De uitmuntende nauwkeurigheid van
DTC-motorbesturing kan niet worden bereikt met scalar-
besturing. Enkele standaard functies worden in de scalar-
besturingsmodus geblokkeerd.
Opmerking: Voor het correct draaien van de motor mag de
magnetiseringsstroom van de motor niet meer bedragen dan
90% van de nominale stroom van de omzetter.
Zie ook de sectie
Scalar-motorbesturing
Bepaalt de nominale motorstroom. Moet gelijk zijn aan de
waarde op het motortypeplaatje. Als er meerdere motoren
op de omvormer aangesloten zijn, voer dan de totale stroom
van de motoren in.
Opmerkingen:
• Voor het correct draaien van de motor mag de
magnetiseringsstroom van de motor niet meer bedragen
dan 90% van de nominale stroom van de omvormer.
• Deze parameter kan niet gewijzigd worden terwijl de
omvormer in bedrijf is.
Nominale stroom van de motor. Het toegestane bereik is
1/6...2 · I
van de omvormer (0...2 · I
2N
besturingsmodus).
Bepaalt de nominale motorspanning als fundamentele fase-
tot-fase rms spanning die aan de motor geleverd wordt op
het nominale bedrijfspunt. Deze instelling moet gelijk zijn
aan de waarde op het typeplaatje van de motor.
Opmerkingen:
• De spanning op de motor-isolatie is altijd afhankelijk van
de voedingsspanning van de omvormer. Dit is ook van
toepassing in het geval dat de nominale motorspanning
lager is dan die van de omvormer en de voeding.
• Deze parameter kan niet gewijzigd worden terwijl de
omvormer in bedrijf is.
Nominale spanning van de motor.
Definieert de nominale motorfrequentie.
Opmerking: Deze parameter kan niet gewijzigd worden
terwijl de omvormer in bedrijf is.
op pagina 75.
bij scalar-
2N
FbEq
0
1
10 = 1 A
10 = 1 V