Download Print deze pagina

ABB ACQ810 Handleiding pagina 358

Advertenties

358 Foutopsporing
Alarm (veldbuscode),
Code
overige informatie
2077
EFB COMM VERL
(0x7540)
08.08 Alarm logger4
2081
AO KALIBRATIE
(0x7380)
2201
PIJPVUL TIMEOUT
(0xC000)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2202
MIN DEBIET
(0xC001)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2203
MAX DEBIET
(0xC002)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2204
DRUK LAAG
(0xC003)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2205
DRUK HOOG
(0xC004)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2206
DRUK LAAGLAAG
(0xC005)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2207
DRUK HOOGHOOG
(0xC006)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
2208
PROFIEL HOOG
(0xC007)
08.09 Alarm logger5
08.21 Pomp alarmwoord
Oorzaak
Interne veldbus interface is
in gebruik genomen en er is
een communicatiestoring
b12
tussen de omvormer en het
masterstation.
Analoge uitgang berekening
is mislukt.
Maximaal toegestane tijd
voor de Pijpvul-functie
overschreden.
b0
b9
Gemeten debiet onder de
minimumlimiet.
b1
b0
Gemeten debiet boven
maximum limiet.
b2
b1
Druk bij pompinlaat te laag.
b3
b2
Druk bij pompuitlaat te
hoog.
b4
b3
Druk bij pompinlaat te laag.
b5
b4
Druk bij pompuitlaat te
hoog.
b6
b5
Applicatie-profiel
beveiligingslimiet
overschreden (zie
b7
parameters 81.25...81.27).
b6
Oplossing
Controleer:
• selectie van de parameter die EFB-
communicatie activeert/deactiveert
(58.01 Protoc vrijg
sel)
• EFB-aansluiting bij klem XD2D op de
JCON-kaart
• status van de veldbus master (online/
offline)
• instellingen van de communicatie-
bewakingsfunctie (parameter
Comm verl
actie).
Controleer dat de te berekenen analoge
uitgang aangesloten is op de
corresponderende analoge ingang (AO1
tot AI1, AO2 tot AI2). Zie de beschrijving
van parameter
15.30 AO
Controleer dat de analoge ingang
ingesteld is op stroom via de jumper op
de besturingsunit. Raadpleeg de
Hardwarehandleiding van de omvormer
voor de instellingen.
Controleer het functioneren van de
analoge uitgang en ingang.
Controleer het pompsysteem.
Controleer parameters 81.28....81.35.
Controleer het pompsysteem op
oorzaken zoals lekken die een verlies
aan gemeten debiet kunnen
veroorzaken.
Controleer parameters 81.18....81.24.
Controleer het pompsysteem op
oorzaken die een toename in gemeten
debiet kunnen veroorzaken.
Controleer parameters 81.18....81.24.
Controleer of er een klep gesloten is aan
de inlaatzijde van de pomp.
Controleer de leidingen op lekken.
Controleer de leidingen op
verstoppingen.
Controleer of er een klep gesloten is aan
de inlaatzijde van de pomp.
Controleer de leidingen op lekken.
Controleer de leidingen op
verstoppingen.
Controleer de leidingen op lekken.
Controleer de algemene conditie van de
componenten van het pompstation.
58.09
kalibratie.

Advertenties

loading