274 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
75.23
Min.pompen toeg.
0...8
75.24
Max.pompen toeg.
0...8
75.25
Omv.startvertr.
0...600 s
75.26
Master TT acc.
0...1800 s
75.27
Master TT dec.
0...1800 s
75.30
Snelle helling modus Geeft de snelle helling modus vrij met snelle helling set 1, of
Bit
Benaming
0
SH Vrijgeven
1
Set1 Set2
Beschrijving
Bepaalt het minimum aantal pompen die tegelijkertijd lopen.
Opmerking: De pompen die in bedrijf gehouden worden
zullen de stoptoerentallen die voor hen gedefinieerd zijn
door andere parameters in deze groep, negeren.
Minimum aantal pompen.
Bepaalt het maximum aantal pompen die tegelijkertijd in
bedrijf kunnen zijn.
Maximum aantal pompen.
Startvertraging voor de pomp die direct gestuurd wordt door
de omvormer. Dit heeft geen effect op het starten van de
hulppompen.
WAARSCHUWING! Er moet altijd een vertraging
ingesteld zijn als de pompen voorzien zijn van
sterdriehoekstarters. De vertraging moet langer zijn
dan de tijdinstelling van de starter. Nadat de pomp
ingeschakeld is door de relais-uitgang van de omvormer,
moet er genoeg tijd zijn voor de sterdriehoekstarter om eerst
naar ster en dan terug naar driehoek te schakelen vóórdat
de pomp aangesloten wordt op de omvormer.
Startvertraging voor omvormer-gestuurde pomp.
Bepaalt de acceleratietijd in het geval dat de laatste
referentie ontvangen door de omvormer, hoger is dan de
voorgaande referentie. Dit zal waarschijnlijk gebeuren
wanneer de master status wordt overgedragen van de ene
naar de andere omvormer. De parameter stelt de opbouwtijd
in als seconden van nul tot maximum frequentie (niet van
voorgaande referentie naar nieuwe referentie).
De parameter is alleen effectief in de follower-modi
mstr
en
Master
TT. Zie parameter
Acceleratietijd.
Bepaalt de acceleratietijd in het geval dat de laatste
referentie ontvangen door de omvormer, lager is dan de
voorgaande referentie. Dit zal waarschijnlijk gebeuren
wanneer de master status wordt overgedragen van de ene
naar de andere omvormer. De parameter stelt de afbouwtijd
in als seconden van maximum frequentie naar nul (niet van
voorgaande referentie naar nieuwe referentie).
De parameter is alleen effectief in de follower-modi
mstr
en
Master
TT. Zie parameter
Deceleratietijd.
beide snelle helling sets 1 en 2.
Snelle helling set 1 bestaat uit
Snel Hell
dec1. Snelle helling set 2 bestaat uit
Hell acc2
en
75.36 Snel Hell
Zie, voor meer informatie over de snelle helling modus, de
sectie
Snelle helling modus
Informatie
0 = Nee: Snelle helling modus is geblokkeerd.
1 = Ja: Snelle helling modus is vrijgegeven.
0 = Blokkeren: Alleen snelle helling set 1 wordt gebruikt.
1 = Vrijgeven: Zowel snelle helling set 1 als set 2 worden gebruikt.
Kopie v
75.03 Follower
modus.
Kopie v
75.03 Follower
modus.
75.31 Snel Hell acc1
en
75.35 Snel
dec2.
op pagina 68.
FbEq
1 = 1
1 = 1
1 = 1 s
1 = 1 s
1 = 1 s
75.32