240 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
40.04
Spanningsreserve
-4 ... 50%
40.07
IR-compensatie
0.00 ... 50.00%
40.10
Flux remmen
Niet actief
Matig
Volledig
40.11
Mmodel t adapt
Niet actief
Beschrijving
Bepaalt de minimum toegestane spanningsreserve.
Wanneer de spanningsreserve afgenomen is tot de
ingestelde waarde, komt de omvormer in het
veldverzwakkingsgebied.
Als de DC spanning van de tussenkring U
spanningsreserve is 5%, dan is de RMS-waarde van de
maximum uitgangsspanning bij gelijkmatig bedrijf
0,95 × 550 V / sqrt(2) = 369 V
De dynamische prestaties van de motorbesturing in het
veldverzwakkingsgebied kunnen verbeterd worden door de
waarde van de spanningsreserve te verhogen, maar de
omvormer zal dan eerder in het veldverzwakkingsgebied
komen.
Spanningsreserve.
Bepaalt de relatieve uitgangsspanningversterking bij nul
toeren (IR- compensatie). De functie is nuttig bij
toepassingen die een hoog startkoppel vereisen, maar waar
direct torque control (DTC-motorbesturing) niet mogelijk is.
U / U
N
(%)
Relatieve uitgangsspanning.
IR-compensatie ingesteld op
15%.
100%
15%
Veldverzwakkingspunt
60% van nominale
frequentie
Zie ook de sectie
IR-compensatie bij scalarbesturing
pagina 76.
Spanningsversterking bij nul toeren als percentage van de
nominale motorspanning.
Bepaalt het niveau van het remvermogen.
Fluxremmen is niet actief.
Fluxniveau wordt begrensd tijdens het remmen.
Deceleratietijd is langer dan bij volledig remmen.
Maximum remvermogen. Bijna alle beschikbare stroom
wordt gebruikt om de mechanische remenergie om te zetten
in thermische energie in de motor.
Selecteert of de temperatuur-afhankelijke parameters (zoals
stator of rotor weerstand) van het motormodel aangepast
worden aan de werkelijke (gemeten of geschatte)
temperatuur of niet.
Temperatuuraanpassing van motormodel niet actief.
= 550 V en de
dc
Relatieve uitgangsspaning.
Geen IR-compensatie.
f (Hz)
op
FbEq
1 = 1%
100 = 1%
0
1
2
0