Advertenties
32 Het bedieningspaneel van de ACQ810
Assistenten
Assistenten zijn routines die u leiden door de essentiële parameter-instellingen met
betrekking tot een specifieke taak, bijvoorbeeld het selecteren van een
applicatiemacro, invoeren van motorgegevens, of keuze van referentie.
Een assistent kan bestaan uit een reeks parameters die de gebruiker aan moet
passen, maar kan ook vragen bevatten; gebaseerd op de antwoorden worden een of
meer parameters automatisch aangepast. De assistent kan ook extra informatie
tonen over de keuzes.
In de Assistent-modus kunt u:
• assistenten gebruiken om u door de specificatie van een set basisparameters te
leiden.
• starten, stoppen, draairichting wijzigen en schakelen tussen lokale en externe
besturing.
Verschillende firmware-versies kunnen verschillende assistenten bevatten.
Het oproepen van een assistent
De tabel hieronder laat zien hoe assistenten opgeroepen kunnen worden.
Stap
Actie
1.
Ga naar het Hoofdmenu door op
de Outputmodus bent.
In de overige gevallen drukt u herhaaldelijk op
totdat u in het Hoofdmenu komt.
2.
Ga naar de Assistent-modus door ASSISTENTEN te
kiezen in het menu met de toetsen
te drukken op
3.
Selecteer een assistent door deze te markeren met
en
• Steeds wanneer de assistent de gebruiker vraagt om
een parameter aan te passen, wordt de aanpassing
uitgevoerd zoals beschreven vanaf pagina 25.
• Steeds wanneer de assistent een vraag stelt, kiest u
het meest geschikte antwoord met
en drukt u op
4.
Nadat de assistent voltooid is, wordt het hoofdmenu
weergegeven. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om
een andere assistent te doorlopen.
Om op enig moment de assistent af te breken, drukt u op
EXIT
.
MENU
ENTER
.
, en door te drukken op
OK
.
Display
te drukken als u in
LOC
PARAMETERS
EXIT
ASSISTENTEN
GEWIJZ PAR
LOC
en
, en
Kies assistent:
LOC
OK
.
9904 Motor type
[0]
en
,
HOOFDMENU
EXIT
00:00
KEUZE
Motorinstellingen
Applicatiemacro
Opstart-assistent
EXIT
00:00
PAR WIJZIGEN
AM
EXIT
00:00
OPSLAAN
1
ENTER
1/3
OK
Advertenties
