3 Schok toedienen
Waarschuwing! Waarschuw iedereen die zich met de patiënt bezighoudt: BEWAAR AFSTAND
voordat de defibrillator wordt ontladen.
Controleer of niemand de patiënt, de controlekabel of de afleidingen, het bedframe of
een andere mogelijke baan voor elektrische stroom aanraakt.
Controleer of de ECG-golfvorm stabiel is en of er bij elke R-top een Sync-markering verschijnt.
Houd de verlichte SCHOK-knop op het voorpaneel ingedrukt (of houd de SCHOK-knoppen
van beide paddles tegelijkertijd ingedrukt) totdat de energie aan de patiënt is toegediend. De
defibrillator wordt bij de volgende gedetecteerde R-top ontladen.
Het toegediende energieniveau wordt onder aan het scherm weergegeven en het schoknummer
(1) wordt boven aan het scherm weergegeven.
Opmerking:
Als er extra tegenschokken nodig zijn (en de instelling
drukt u opnieuw op de sneltoegangstoets Sync en volgt u stap 1 tot en met 3 van deze procedure
die begint op pagina 15-14 om de energie-instellingen opnieuw aan te passen, de eenheid op te
laden en een schok toe te dienen.
U kunt de instelling
Supervisor > Defib/Pacer > Standaardinst.
9650-002355-16 Rev. E
Als u het defibrilleren wilt afbreken, drukt u op de sneltoegangstoets Ontladen.
Indien de defibrillator niet binnen 60 seconden na het bereiken van het geselecteerde
energieniveau wordt ontladen, wordt het apparaat automatisch ontladen.
Sync. na cardioversie
Bedieningshandleiding voor de X Series
Gesynchroniseerde cardioversieprocedure
Sync. na cardioversie
configureren via het menu Instellingen >
is uitgeschakeld),
15-15