Inhoudsopgave
Advertenties
Gesynchroniseerde cardioversieprocedure
Bepaal de toestand van de patiënt en verleen hulp conform de
medische protocollen ter plaatse.
De patiënt voorbereiden
Verwijder alle kleding van de borst van de patiënt. Droog de borstkas indien nodig. Als de
patiënt veel borsthaar heeft, knipt of scheert u dit af zodat de elektroden goed blijven zitten.
Bevestig de ECG-elektroden (zie hoofdstuk 6 voor aanwijzingen voor het bevestigen van ECG-
elektroden bij de patiënt).
Voor cardioversie wordt het gebruik van een standaard-ECG-kabel en standaard-ECG-
elektroden aanbevolen. Handsfree behandelingselektroden kunnen worden gebruikt als ECG-
bron. De signaalkwaliteit is gelijk aan die van standaardafleidingen, behalve direct na een
ontlading wanneer er meer ruis kan zijn vanwege spiertrillingen, vooral als een elektrode geen
volledig contact met de huid maakt.
Bevestig de handsfree behandelingselektroden volgens de aanwijzingen op de elektrodenverpakking
en zoals wordt beschreven in "Behandelingselektroden aanbrengen" op pagina 15-7.
Controleer of de behandelingselektroden goed contact maken met de huid van de patiënt en
zich niet op andere elektroden bevinden.
Als er paddles worden gebruikt voor gesynchroniseerde cardioversie, raadpleegt u
"Defibrillatieprocedure met paddles voor medische noodsituaties" op pagina 15-1 voor de
voorbereiding van paddles, het plaatsen van paddles, het opladen van de defibrillator en het
toedienen van een schok. U kunt bij gesynchroniseerde ontlading beter geen paddles als ECG-
bron gebruiken, omdat er door het verplaatsen van de paddles een artefact wordt geïnduceerd dat
lijkt op een R-top, waardoor de defibrillatieontlading op het verkeerde moment wordt afgegeven.
Het apparaat inschakelen
Druk op de groene stroomknoop boven op het apparaat. De groene, gele en rode lampjes boven
op het apparaat knipperen en het bericht ZELFTEST GESLAAGD wordt weergegeven.
Druk op de softkey SYNC.
Druk op de sneltoegangstoets Sync op het voorpaneel. Het systeem staat nu in de modus SYNC.
Boven elke gedetecteerde R-top op de monitor verschijnt een synchronisatiemarkering ( S ) om aan te
geven op welk punt de ontlading zal worden afgegeven. Boven aan het scherm verschijnt een Sync-
indicator, en een groen lampje naast de indicator knippert bij elke Sync-markering.
SYNC
Opmerking: Als de markering niet boven de R-top verschijnt, selecteert hij een andere ECG-
Tenzij dit anders is ingesteld, wordt de modus Sync automatisch uitgeschakeld na elke schok.
Als u de modus SYNC opnieuw wilt activeren, drukt u opnieuw op de sneltoegangstoets Sync
op het voorpaneel. Wanneer u de geselecteerde energieniveaus wijzigt, wordt de modus SYNC
niet uitgeschakeld.
Opmerking: U kunt het apparaat zodanig configureren dat de modus SYNC na defibrillatie
9650-002355-16 Rev. E
afleiding. Als de Sync-markering niet wordt weergegeven, zal de defibrillator
niet ontladen.
geactiveerd blijftin de Defib/Pacer standaardinstellingen in het menu
Instellingen > Supervisor.
Bedieningshandleiding voor de X Series
Gesynchroniseerde cardioversieprocedure
15-13
Advertenties
Inhoudsopgave
