2.1
Controlepaneel van de warmtepomp
Het controlepaneel van de warmtepomp bestaat uit een display,
vier knoppen en een indicator.
KAMER
20°C
(20°C)
UIT WARM
BEDRIJF AUTO
Afbeelding 6: Display, bedieningsknoppen en indicator van de warmtepomp.
De regelcomputer wordt bediend via het gebruiksvriendelijke
menu dat in de display wordt weergegeven.
Gebruik de vier bedieningsknoppen om door de menu's te navige-
ren en de ingestelde waarden te verhogen of te verlagen:
• een omhoogtoets met plusteken
• een omlaagtoets met minteken
• rechterknop met pijl naar rechts
• linkerknop met pijl naar links
U opent het hoofdmenu, INFORMATIE, door op de linker- of rechter-
knop te drukken. Vanuit het menu INFORMATIE kunt u één van de
vier submenu´s openen: BEDRIJF; WARMSTOOKLIJN; TEMPERATUUR
en BEDRIJFSTIJD.
Bij het plaatsen of het uitvoeren van servicewerkzaamheden wordt
het verborgen servicemenu SERVICE gebruikt. Dit menu kunt u
alleen openen door de linker- en rechterknop drie seconden tege-
lijkertijd ingedrukt te houden. Vanuit het menu SERVICE kunt u één
van de volgende submenu´s openen: WARMWATER; WARMTEPOMP;
BIJVERWARMING; MANUEEL TEST en INSTALLATIE.
Voor meer informatie over de menu´s leest u de servicehandleiding.
De indicator onder aan het controlepaneel heeft twee modi:
• Als de indicator brandt, is de warmtepomp gereed voor het leve-
ren van energie voor de verwarming of heet tapwater.
• Als de indicator knippert, is er een alarm actief.
8
De symbolen in de display
zijn voorbeelden. Bepaalde
symbolen kunnen niet
tegelijkertijd worden
weergegeven.
VMBME110
2.2
Benodigde ruimte
Om de installatie en het latere testen en onderhoud te vergemak-
kelijken, moet er voldoende vrije ruimte rond de warmtepomp wor-
den aangehouden. Houd de volgende maten aan:
– 300 mm aan beide zijden
– 300 mm aan bovenkant
– 600 mm aan voorkant
– 10 mm aan achterkant
Afbeelding 7: Noodzakelijke serviceruimte.
Afbeelding 8: Minimale benodigde ruimte voor de plaatsing van de warmtepomp.
2.3
Aanbevolen locatie
⚠
Om condensatieproblemen met de brineleidingen te voorko-
men moet de brineleiding zo kort mogelijk worden gehou-
den.
De warmtepomp moet op een stabiele, liefst betonnen vloer wor-
den geplaatst. Als de warmtepomp op een houten vloer wordt
geplaatst, moet deze zijn versterkt om het gewicht te kunnen dra-
gen. Het kan een oplossing zijn om een dikke metalen plaat van
ten minste 6 mm onder de warmtepomp te plaatsen. De metalen