Submenu SERVICE -> ONTDOOIEN
Wordt gebruikt om de instellingen voor het ontdooien van de buitenunit in te stellen.
Menukeuze
ONTD.CURVE 0
ONTD.CURVE -20
ONTD. TEMPERATUUR
STOP ONTD.
ONDER 5 °C ONTD.
MIN TIJD ONTD.
ONTD. SENSOR
40
Hierbij kan de hoek van de ontdooicurve, beginnend bij een buitentemperatuur
van 0°C, veranderd worden met behulp van de rechterpijl of door op +of – te
drukken (dit verandert de starttemperatuur voor ontdooien).
Hierbij kan de hoek van de ontdooicurve, beginnend bij een buitentemperatuur
van -20°C, veranderd worden met behulp van de rechterpijl of door op +of – te
drukken (dit verandert de starttemperatuur voor ontdooien).
De geshunte temperatuur naar de buitenunit tijdens ontdooien.
De temperatuur die moet worden bereikt in de Brine naar-sensor, om een ont-
dooiperiode te voltooien.
Ontdooien voor de veiligheid gebeurt als de buitentemperatuur gedurende een
ingesteld aantal dagen onder 5° is geweest, shunts +20°C voor 10 minuten.
De minimumtijd tussen twee periodes van dooi in minuten.
Toont de huidige luchttemperatuur die de buitenunit is gepasseerd.
VMBME110
Betekenis
Fabrieksinstelling
-10°C
(interval: -15°C / -5°C)
BUITEN STOP -4°C
(interval: BUITEN STOP
-8°C / BUITEN STOP -1°C)
15°C
(interval: 14°C / 20°C)
11°C (interval: 7°C / 12°C)
7D
(interval: UIT, 1D / 14D)
45M
(interval: 10M / 60M)
-