Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss DHP-AL Installatie- En Servicehandleiding pagina 53

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AL:
Inhoudsopgave

Advertenties

11. Het totale vermogen van de warmtepomp en
de bijverwarming is te klein in verhouding tot de
vermogensbehoefte van het gebouw.
12. Verwarmingssysteem heeft onvoldoende
capaciteit.
13. Gewijzigde omstandigheden.
Hebt u uw verwarmings- en/of tapwaterbehoefte
vergroot?
Probleem – Te warm
1. De in- en afstelling van de regelaar van de
warmtepomp zijn niet aangepast aan de eisen/
wensen van de klant.
2. Sensorstoring, BUITEN/KAMER/
AANVOERLEIDING.
3. Defecte driewegafsluiter motor. De motor
moet de klep, afhankelijk van de bedrijfsomstan-
digheden, in de betreffende eindpositie zetten.
Als dat niet gebeurt, zal er tapwater uit de boiler
worden vermengd met het water voor de radia-
toren.
4. Vastgelopen inzetstuk van driewegafsluiter.
Als het inzetstuk niet is afgedicht, zal er tapwater
uit de boiler worden vermengd met het water
voor de radiatoren.
Oorzaak
Wat is de vermogensbehoefte van het gebouw?
Wat is het vermogen van de warmtepomp?
Wat is het vermogen van de bijverwarming, waar
is deze op ingesteld?
Controleer het bestaande verwarmingssysteem.
Voor de productie van welk vermogen is het
systeem gedimensioneerd en bij welke aanvoer-
temperatuur?
Welk vermogen is er nodig om de kamer warm te
houden?
• Als de warmtepomp gedimensioneerd is voor
een bepaalde behoefte en deze behoefte wordt
opgevoerd, is de warmtepomp wellicht niet in
staat om de gewenste kamertemperatuur aan te
houden
• Als het tapwaterverbruik toeneemt, is er meer
tijd nodig voor de productie van tapwater, waar-
door er minder tijd is voor de warmteproductie
(geldt alleen voor VL-systemen)
Oorzaak
Controleer de instellingen voor KAMER,
STOOKLIJN en MIN.
Controleer wat de betreffende sensor aangeeft. Is
dat een aannemelijke/feitelijke waarde?
Meet de weerstand van de sensor en vergelijk
deze met de weerstandstabel in "Meetpunten".
Controleer de werking van de klepmotor van de
driewegafsluiter door deze handmatig te testen.
Als de motor tijdens handmatige bediening bij
de test de modus niet verandert, controleert
u of de motor spanning krijgt (zie bedradings-
schema).
Ontkoppel de motor en test het sluiten en ope-
nen van de klep door op de regelarm te drukken.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
VMBME110
Zorg ervoor dat het beschikbare vermogen mini-
maal even groot is als de vermogensbehoefte
van het gebouw.
Als het verwarmingssysteem gedimensioneerd is
voor hogere aanvoertemperaturen dan de warm-
tepomp kan leveren, moet dit worden aangepast
door bijvoorbeeld het warmteafgevende opper-
vlak te vergroten.
Als voor de kamer een groter vermogen nog is
dan het verwarmingssysteem kan leveren, breidt
u het verwarmingssysteem uit.
Als de warmtepomp niet in de behoefte kan
voorzien, vervangt u deze door een pomp met
een groter vermogen of zorgt u via een bijver-
warming voor een groter vermogen.
Stel de onjuiste waarden bij in de regelaar van de
warmtepomp.
KAMER = Gewenste binnentemperatuur.
STOOKLIJN = Moet zo worden ingesteld dat de
gewenste binnentemperatuur (KAMER) wordt
aangehouden ongeacht de buitentemperatuur.
MIN = Laagste instelwaarde op de aanvoerleiding
ongeacht de buitentemperatuur.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
Krijgt de motor in beide bedrijfssituaties span-
ning volgens het bedradingsschema?
HANDMATIGE TEST – VXV TAPWATER
0=Radiatormodus, arm van de klep af.
1=Tapwatermodus, arm naar de klep toe.
Als de motor spanning krijgt maar de arm niet
van modus verandert, vervangt u deze.
Verwijder het vastgelopen inzetstuk en reinig dit
of vervang het door een nieuw inzetstuk.
Actie
Actie
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave