Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss DHP-AL Installatie- En Servicehandleiding pagina 52

Verberg thumbnails Zie ook voor DHP-AL:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Sensorstoring, BUITEN/KAMER/
AANVOERLEIDING/RETOURLEIDING.
4. De driewegafsluiter zit vast in de tapwatermo-
dus.
5. Defect elektrisch verwarmingselement.
6. De warmtepomp is gestopt bij HOOG RETOUR.
7. Warmteproductie wordt stopgezet door de
functie HYSTERESIS.
8. De bijverwarming mag niet inschakelen met
voldoende vermogen.
Waarde voor MAX STAP te laag ingesteld.
MAX STAP 1 = 3 kW
MAX STAP 2 = 6 kW
MAX STAP 3 = 9 kW
MAX STAP 4 = 12 kW
MAX STAP 5 = 15 kW
9. De externe bijverwarming start niet bij een
verzoek hiertoe van de regelaar van de warmte-
pomp.
10. Gesloten of deels gesloten thermostaten/
kleppen in het verwarmingssysteem.
52
Oorzaak
Controleer wat de betreffende sensor aangeeft. Is
dat een aannemelijke/feitelijke waarde?
Meet de weerstand van de sensor en vergelijk
deze met de weerstandstabel in "Meetpunten".
1. Controleer de werking van de klepmotor van
de driewegafsluiter door deze handmatig te tes-
ten. Als de motor tijdens handmatige bediening
bij de test de modus niet verandert, controleert
u of de motor spanning krijgt (zie bedradings-
schema).
2. Ontkoppel de motor en test het sluiten en ope-
nen van de klep door op de regelarm te drukken.
Gebruik een zoemer om te controleren of alle
spoelen in het elektrisch verwarmingselement
intact zijn.
• Controleer de instelling van de waarde MAX
RETOUR in de regelaar van de warmtepomp.
Deze moet worden aangepast aan de maximale
aanvoertemperatuur van de unit en de deltatem-
peratuur van het systeem, zodat hij niet bij een te
hoge retourtemperatuur uitschakelt als de hoog-
ste aanvoertemperatuur wordt doorgegeven
• Controleer wat de sensor van de retourleiding
aangeeft. Is dat een aannemelijke/feitelijke
waarde? Lees als dat niet het geval is de weer-
stand van de sensoren af en vergelijk deze met
de weerstandstabel in "Meetpunten"
Als de flowtemperatuur gaat stijgen zodra
de warmteproductie wordt stopgezet door
HYSTERESIS voordat INTEGRAAL bij 0 is, kan er
sprake zijn van een warmtetekort in het huis.
• Controleer of de warmteproductie wordt
stopgezet omdat de hysteresis-waarde te laag
is ingesteld. (Zie installatiehandleiding voor
fabrieksinstelling.)
• Controleer of de warmteproductie wordt
stopgezet omdat thermostaten/kleppen in het
verwarmingssysteem gesloten of gedeeltelijk
gesloten zijn
• Controleer of de warmteproductie wordt stop-
gezet omdat het verwarmingssysteem onvol-
doende capaciteit heeft
Controleer de ingestelde waarde voor MAX STAP
in de regelaar van de warmtepomp.
Als er een externe bijverwarming wordt gebruikt,
dient u te controleren of deze juist is geïnstal-
leerd door een test uit te voeren in MANUEEL
TEST – BIJVERWARMING - 1.
Als de bijverwarming niet start bij de handmatige
test, controleert u of de warmtepomp het start-
signaal/de startspanning geeft. Zie bedradings-
schema.
Controleer of de thermostaten/kleppen in het
verwarmingssysteem open staan.
Problemen oplossen
VMBME110
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
1. Krijgt de motor in beide bedrijfssituaties span-
ning volgens het bedradingsschema?
HANDMATIGE TEST – VXV TAPWATER
0=Radiatormodus, arm van de klep af.
1=Tapwatermodus, arm naar de klep toe.
Als de motor spanning krijgt maar de arm niet
van modus verandert, vervangt u deze.
2. Verwijder het vastgelopen inzetstuk en reinig
dit of vervang het door een nieuw inzetstuk.
Als het elektrisch verwarmingselement defect is,
vervangt u het.
Als de waarde MAX RETOUR niet op het systeem
is afgestemd volgens het venster Problemen
oplossen, past u deze aan.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
• Voer de hysteresis-waarde op totdat de warmte-
pomp stopt bij INTEGRAAL
• Open thermostaten/kleppen in het verwar-
mingssysteem en controleer of de warmtepomp
stopt bij INTEGRAAL
• Als het verwarmingssysteem onvoldoende
capaciteit blijkt te hebben, moet het worden uit-
gebreid (warmteafgevend oppervlak vergroten)
Stel indien nodig de waarde voor MAX STAP af in
de regelaar van de warmtepomp.
MAX STAP 1 = 3 kW
MAX STAP 2 = 6 kW
MAX STAP 3 = 9 kW
MAX STAP 4 = 12 kW
MAX STAP 5 = 15 kW
Sluit de externe bijverwarming aan volgens de
instructies.
Meet de spanning op sonde L2 Olie/Elektriciteit
van de regelaar.
Open gesloten thermostaten/kleppen.
Actie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave