3. De integraalwaarde heeft het startniveau voor
de bijverwarming bereikt.
4. Doorverwarming (legionellafunctie) is actief.
5. De warmtepomp is gestopt bij HOOG RETOUR.
6. De compressor loopt achteruit.
Binnenkomende fases zijn in onjuiste volgorde.
Als de compressor achteruit loopt, kan het kou-
demiddel niet gecomprimeerd worden en wordt
daardoor niet het juiste vermogen geleverd,
zodat de regelaar om bijverwarming verzoekt.
7. Gewijzigde omstandigheden. Hebt u uw ver-
warmings- en/of tapwaterbehoefte vergroot?
Probleem – De bijverwarming is in bedrijf, maar de compressor niet
1. Bedrijfsmodus BIJVERWARMING is geselec-
teerd.
2. Doorverwarming (legionellafunctie) is actief.
Oorzaak
Controleer in de regelaar wat de integraalwaarde
is.
Controleer of de doorverwarming van de warm-
tepomp actief is. Raadpleeg de instructies voor
het betreffende model.
• Controleer de instelling van de waarde MAX
RETOUR in de regelaar van de warmtepomp.
Deze moet worden aangepast aan de maximale
aanvoertemperatuur van de unit en de deltatem-
peratuur van het systeem, zodat hij niet bij een te
hoge retourtemperatuur uitschakelt als de hoog-
ste aanvoertemperatuur wordt doorgegeven
• Controleer wat de sensor van de retourleiding
aangeeft. Is dat een aannemelijke/feitelijke
waarde? Lees als dat niet het geval is de weer-
stand van de sensoren af en vergelijk deze met
de weerstandstabel in "Meetpunten"
• Als de tekst FOUT FASEVOLGORDE op de display
wordt weergegeven wanneer de warmtepomp
stroom krijgt (wordt alleen de eerste 10 minuten
weergegeven), betekent dit dat de fasen een
onjuiste volgorde hebben
• Als de compressor in bedrijf is, controleert u de
temperatuur van de persleiding door te voelen
of deze ook op enige afstand van de compressor
heet is (niet gewoon warm). Als dat het geval is,
is de volgorde van de fasen juist
• Als de compressor werkt met de fasen in een
onjuiste volgorde, kan een raar geluid hoorbaar
zijn (hard, ratelend) als de compressor achteruit
loopt
• Als de warmtepomp gedimensioneerd is voor
een bepaalde behoefte en deze behoefte wordt
opgevoerd, is de warmtepomp wellicht niet in
staat om de gewenste kamertemperatuur aan te
houden
• Als het tapwaterverbruik toeneemt, is er meer
tijd nodig voor de productie van tapwater, waar-
door er minder tijd is voor de warmteproductie
(geldt alleen voor VL-systemen)
Oorzaak
Als deze bedrijfsmodus geselecteerd is, wordt
voor verwarming en tapwaterproductie de bijver-
warming gebruikt in plaats van de compressor.
Controleer of de doorverwarming van de warm-
tepomp actief is. Raadpleeg de instructies voor
het betreffende model.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
VMBME110
Als de bijverwarming in bedrijf is omdat de inte-
graalwaarde heeft afgeteld naar de startwaarde,
reageert de regelaar op de juiste manier. Zie
"Warmtepomp" voor nadere informatie.
Doorverwarming vindt met het ingestelde
interval plaats bij de productie van tapwater.
De compressor moet dan beginnen met de pro-
ductie van tapwater, waarna 2 minuten later de
bijverwarming start. Dan moet de compressor
stoppen en moet de stoptemperatuur worden
bereikt met alleen de bijverwarming aangesloten.
Maatregelen zijn niet nodig.
Als de waarde MAX RETOUR niet op het systeem
is afgestemd volgens het venster Problemen
oplossen, past u deze aan.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
Als de fasen niet de juiste volgorde hebben, moe-
ten twee binnenkomende fasen bij de hoofd-
klemmenstrook worden omgeschakeld. Opnieuw
controleren volgens het venster Problemen
oplossen.
Als de warmtepomp niet in de behoefte kan
voorzien, vervangt u deze door een pomp met
een groter vermogen of zorgt u via een bijver-
warming voor een groter vermogen.
Als de modus BIJVERWARMING geselecteerd is
en u deze niet meer wilt gebruiken, verandert u
de modus in AUTO. De warmtepomp regelt dan
zowel de compressor als de bijverwarming.
Doorverwarming vindt met het ingestelde
interval plaats bij de productie van tapwater.
De compressor moet dan beginnen met de pro-
ductie van tapwater, waarna 2 minuten later de
bijverwarming start. Dan moet de compressor
stoppen en moet de stoptemperatuur worden
bereikt met alleen de bijverwarming aangesloten.
Maatregelen zijn niet nodig. Dit is normaal.
Actie
Actie
55