11.4
Verwarming
Verwarming is actief wanneer de buitentemperatuur hetzelfde of hoger is dan 17°C (instelbare waarde voor WARMTESTOP) en er aan
andere bedrijfscondities wordt voldaan (zie "Bedrijfscondities" voor meer informatie). De verwarming stopt wanneer de buitentemperatuur
hoger is dan 17°C.
Buitentemperatuur
WARMTESTOP (17°C)
BUITEN STOP (-20°C)
Aanvoertemperatuur
MAX (55°C)
Start compr.
Afbeelding 45: Bedrijfscondities voor verwarming (de waarden tussen haakjes zijn standaardwaarden).
In de bovenstaande afbeelding worden de bedrijfscondities van de DHP-AL voor verwarming weergegeven. De luchtwarmtewisselaar van
de buitenunit wordt tijdens het verwarmen in de wintermaanden gekoeld door de energie-afgifte, terwijl de vochtigheid tegelijkertijd deze
met vorst bedekt. De DHP-AL heeft een automatische functie om de luchtwarmtewisselaar te ontdooien met de geproduceerde warmte-
energie. Indien nodig start de ontdooiprocedure. Dit houdt het volgende in:
• De ontdooiprocedure start wanneer de temperatuur van de brine de ingestelde parameter voor ontdooien bereikt
• De compressor draait wanneer een startsignaal de ontdooiprocedure initialiseert
• Een driewegklep in de warmtepomp verandert de richting van de brineflow, zodat de vloeistof door de boilerbehuizing stroomt, waar de
verwarmde brine wordt opgeslagen
• De verwarmde brine laat de vorst op de buitenkant van de luchtwarmtewisselaar smelten
• Wanneer de brine terugkomt van de buitenunit, wordt een temperatuur van 11°C aangehouden, zodat de luchtwarmtewisselaar goed
wordt ontdooid
• De driewegklep verandert de richting van de brineflow weer terug, zodat de normale stroom kan worden hervat
• De normale verwarming wordt hervat
11.5
Bijverwarming 400 V
De bijverwarming bestaat uit een elektrisch verwarmingselement op de aanvoerleiding met drie vermogens, BIJVERWARMING 1,
BIJVERWARMING 2 en BIJVERWARMING 3, die in vijf stappen kan worden geregeld:
• stap 1 = BIJVERWARMING 1 = 3 kW
• stap 2 = BIJVERWARMING 2 = 6 kW
• stap 3 = BIJVERWARMING 1 + BIJVERWARMING 2 = 9 kW
• stap 3 = BIJVERWARMING 2 + BIJVERWARMING 3 = 12 kW
• stap 5 = BIJVERWARMING 1 + BIJVERWARMING 2 + BIJVERWARMING 3 = 15 kW
In geval van een alarm, wordt de bijverwarming automatisch ingeschakeld.
11.6
Bijverwarming 230 V
De bijverwarming bestaat uit een elektrisch verwarmingselement op de aanvoerleiding met twee vermogens, BIJVERWARMING 1 en
BIJVERWARMING 2, die in drie stappen kan worden geregeld:
• stap 1 = BIJVERWARMING 1 = 1,5 kW
• stap 2 = BIJVERWARMING 2 = 3 kW
• stap 3 = BIJVERWARMING 1 + BIJVERWARMING 2 = 4,5 kW
In geval van een alarm, wordt de bijverwarming automatisch ingeschakeld.
Verwarming niet toegestaan bij buitentempe-
ratuur hoger dan WARMTESTOP.
Verwarming toegestaan met compressor + aanvulling
tussen WARMTESTOP en BUITEN STOP.
Compressor + aanvulling indien nodig
Stop compr.
Warmteproductie alleen toegestaan met aan-
vulling bij buitentemp. lager dan BUITEN STOP.
Compressor + aanvulling indien nodig
Alleen aanvulling
VMBME110
Tijd
Tijd
25