Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Navigeren Met De Functie Om Me Heen; Schuiven En Zoomen Op De Kaart; Kaartinstellingen - Garmin FORERUNNER 945 LTE Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor FORERUNNER 945 LTE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Navigeren met de functie Om me heen

Met de functie Om me heen kunt u navigeren naar nabij gelegen nuttige punten en waypoints.
OPMERKING: De op uw toestel geïnstalleerde kaartgegevens moeten nuttige punten bevatten om daar naartoe
te kunnen navigeren.
1 Houd op de kaart
2 Selecteer Om me heen.
Op de kaart worden pictogrammen weergegeven die nuttige punten of waypoints aanduiden.
3 Selecteer UP of DOWN om een gedeelte van de kaart te markeren.
4 Selecteer STOP.
In het gemarkeerde gedeelte van de kaart wordt een lijst met nuttige punten en waypoints weergegeven.
5 Selecteer een locatie.
6 Selecteer een optie:
• Selecteer Ga om naar de locatie te navigeren.
• Selecteer Kaart om de locatie op de kaart weer te geven.
• Selecteer Locatie opslaan om de locatie op te slaan.
• Selecteer Bekijk om informatie over de locatie weer te geven.

Schuiven en zoomen op de kaart

1 Selecteer tijdens het navigeren UP of DOWN om de kaart te bekijken.
2 Houd
ingedrukt.
3 Selecteer Pan/Zoom.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer START om te schakelen tussen naar boven en naar beneden schuiven, naar links en naar rechts
schuiven, of zoomen.
• Selecteer UP en DOWN om op de kaart te schuiven of te zoomen.
• Selecteer BACK om af te sluiten.

Kaartinstellingen

U kunt de weergave van de kaart in de kaart-app en op gegevensschermen aanpassen.
Houd op de watch face
Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in. Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de
pagina weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
Gebruikerslocaties: Hiermee worden opgeslagen locaties op de kaart weergegeven of verborgen.
Auto.zoom: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart.
Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Zet vast op weg: Zet het positiepictogram, dat uw positie op de kaart aangeeft, vast op de dichtstbijzijnde weg.
Spoorlog: Hiermee wordt het spoorlog, of de route die u hebt afgelegd, in de vorm van een gekleurde lijn op de
kaart weergegeven of verborgen.
Spoorkleur: Hiermee wijzigt u de spoorlogkleur.
Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden weergegeven. Door het weergeven van meer
details is het mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Maritiem: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens in de waterkaartmodus weer te geven.
Segmenten tekenen: Hiermee worden segmenten als een gekleurde lijn op de kaart weergegeven of verborgen.
Contouren tekenen: Hiermee worden contourlijnen op de kaart weergegeven of verborgen.
Navigatie
ingedrukt.
ingedrukt en selecteer Instellingen > Kaart.
97

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave