76
GEBRUIK
Om de demping in te stellen:
De toets 1 zo vaak kort in-
drukken tot de gewenste in-
stelling wordt weergegeven.
De demping kan tijdens
het rijden worden inge-
steld.
De selectiepijl 4 wordt weerge-
geven.
De selectiepijl 4 verdwijnt na
het wijzigen van de status.
De volgende instellingen zijn
mogelijk:
: Demping voor comfor-
Road
tabele ritten over de weg
: Demping voor dy-
Dynamic
namische ritten over de weg
: Demping voor ter-
Enduro
reinritten. Is alleen in de rij-
modi
ENDURO
beschikbaar en kan in
PRO
deze rijmodi ook niet verder
worden afgesteld.
De volgende melding verschijnt
als er in de geselecteerde rij-
modus geen instelling mogelijk
of
ENDURO
is:
In de rijmodus ENDURO
demp. niet verstelb.
Veervoorspanning instellen
Om de veervoorspanning in te
stellen:
Motor starten (
De toets 1 zo vaak lang in-
drukken tot de gewenste in-
stelling wordt weergegeven.
BMW Motorrad adviseert
de instelling
kan voor een betere bodembe-
reikbaarheid en
terreinritten worden gebruikt.
De instellingen Min, Auto
en Max kunnen alleen ge-
selecteerd worden als het voer-
tuig stilstaat.
De volgende melding verschijnt
als er geen instelling mogelijk
is:
Beladingsverstelling
alleen bij stilstand.
140).
.
Auto
Min
bijv. voor
Max