Temperatuurcompensatie
De bandenspanning is afhanke-
lijk van de temperatuur: deze
neemt toe naarmate de ban-
dentemperatuur toeneemt resp.
daalt naarmate de bandentem-
peratuur afneemt. De luchttem-
peratuur in de band is afhan-
kelijk van de omgevingstempe-
ratuur en de rijstijl en duur van
de rit.
De bandenspanningen
worden op het TFT-
display met temperatuur-
compensatie weergegeven
en hebben altijd betrekking
op de volgende luchttempe-
ratuur in de band:
20 °C
Bij de bandenspanningsmeters
van tankstations vindt geen
temperatuurcompensatie
plaats, de gemeten ban-
denspanning is afhankelijk
van de bandentemperatuur.
Daardoor komen de daar
weergegeven waarden in de
meeste gevallen niet overeen
met de waarden die op het
TFT-display weergegeven
worden.
Aanpassing van de
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op
het TFT-display met de waarde
op de achterkant van de om-
slag van de handleiding. De
afwijking tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter van het tankstation wor-
den gecompenseerd.
Voorbeeld
Volgens de handleiding moet
de bandenspanning de vol-
gende waarde hebben:
2,5 bar
Op het TFT-display wordt de
volgende waarde weergege-
ven:
2,3 bar
Het volgende ontbreekt dus:
0,2 bar
Het testapparaat in het tank-
station toont:
2,4 bar
Om de juiste bandenspanning
te bereiken, moet deze naar
de volgende waarde worden
verhoogd:
2,6 bar
171