Brandstoftank niet leegrijden.
De motor nooit met een los-
getrokken bougiestekker laten
draaien.
Bij overslaande verbranding
direct de motor afzetten.
Alleen loodvrije benzine tan-
ken.
Houd de voorgeschreven on-
derhoudsbeurten beslist aan.
LET OP
Onverbrande brandstof in de
katalysator
Beschadiging van de katalysa-
tor
De aangegeven punten ter
bescherming van de kataly-
sator in acht nemen.
Gevaar voor oververhitting
LET OP
Langere tijd laten draaien
van de motor bij stilstand
Oververhitting door ontoe-
reikende koeling, in extreme
gevallen brand aan de motor-
fiets
De motor niet onnodig stati-
onair laten draaien.
Na het starten direct wegrij-
den.
Manipulaties
LET OP
Wijzigingen van de motor-
fiets (bijv. motorregeleen-
heid, gaskleppen, koppeling)
Beschadiging van de betrok-
ken onderdelen, uitvallen vei-
ligheidsrelevante functies, ver-
vallen van de garantie
Geen manipulaties uitvoe-
ren.
CONTROLELIJST IN ACHT
NEMEN
De volgende controlelijst ge-
bruiken om uw motorfiets re-
gelmatig te controleren.
VOOR HET BEGIN VAN ELKE
RIT
Werking van het remsysteem
controleren.
Werking van de verlichting en
signaalinrichting controleren.
Werking koppeling controle-
ren (
189).
Bandenprofieldiepte controle-
ren (
193).
Bandenspanning controleren
(
191).
Veilige bevestiging van koffer
en bagage controleren.
139