Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud: Smeersysteem
68
Controleren en bijvullen van het oliepeil
Het oliepeil moet liggen binnen het gemarkeerde gebied op
de peilstok (1) en moet iedere dag worden gecontroleerd
voordat de motor voor het eerst wordt gestart.
Bijvullen vindt plaats bovenop de motor. Olie langzaam
bijvullen. Wacht een paar minuten voordat het oliepeil weer
wordt gecontroleerd om de olie de tijd te gunnen naar het
carter te stromen. Controleer dan het peil opnieuw. Ge-
bruik alleen aanbevolen oliekwaliteiten: Zie het hoofdstuk
"Technische gegevens".
BELANGRIJK! Vul geen olie bij tot boven het MAX-
niveau.
NB! Tussen MAX en MIN zit ca. 1,5 liter (0,4 US gallon)
voor D4 en 3,5 liter ( 0,9 US gallon) voor D6.
Motorolie. Verversen
Houd altijd rekening met het aanbevolen olieverversingsin-
terval.
1. Start de motor (dit maakt het makkelijker de olie op te
zuigen uit het carter). Laat de motor draaien tot de be-
drijfstemperatuur is bereikt (de temperatuurmeter geeft
een waarde aan tussen 75– 95°C (167-203°F)). Zet dan
de motor af. Wacht tien minuten alvorens de olie af te
tappen.
WAARSCHUWING! Hete olie en hete oppervlak-
ken kunnen brandwonden veroorzaken.
2. Sluit de olielenspomp aan op de afvoerpijp. Pomp de
olie omhoog.
3. Vervang het oliefilter en het bypassfilter bij iedere olie-
verversing (zie het hoofdstuk "Vervangen oliefilter en
bypassfilter").
4. Olie bijvullen tot het juiste niveau via het vulgat bove-
nop de motor (zie het hoofdstuk "Technische ge-
gevens" voor het olievolume.
BELANGRIJK! Gebruik alleen een aanbevolen
oliekwaliteit (zie de vorige pagina).
5. Start de motor. Controleer of de waarschuwingslamp
voor lage oliedruk uitgaat en dat er geen sprake is van
lekkage bij de filters.
Laat de motor draaien tot de bedrijfstemperatuur is
bereikt (de temperatuurmeter geeft een waarde aan tus-
sen 75– 95°C (167-203°F)).
BELANGRIJK! De oliepeilcontrole moet worden
uitgevoerd bij een warme motor. Als de olie koud
is, zal het erg lang duren voordat de motor is
teruggestroomd naar het oliecarter.
WAARSCHUWING! Werken met, of het te dicht
naderen van een draaiende motor, vormt een vei-
ligheidsrisico. Pas op voor draaiende componen-
ten en hete oppervlakken.
6. Zet de motor af. Wacht tien minuten alvorens het olie-
peil te controleren. Indien nodig bijvullen.
NB! Lever de oude olie in bij een recyclingstation.
Advertenties
Inhoudsopgave
