1
Wisselen van bedieningsplaats
De eerste keer dat het wisselen van bedieningsplaats
plaatsvindt na het opstarten van het EVC-systeem, wordt
automatisch een lampcontrole uitgevoerd. Alle dioden en
lampen branden gedurende ca. 2 seconden.
1. Controleer of de bedieningshendel(s) in de neutrale
stand staat/staan op zowel de bedieningsplaats die
wordt verlaten als op de nieuwe bedieningsplaats.
2. Controleer of het EVC-systeem niet is vergrendeld.
3. Druk de activeringsknop (1) minstens een seconde in.
Als de knop wordt gelost gaat de indicatie branden als
bevestiging van dat de bedieningsplaats is geactiveerd.
4. Druk de activeringsknop (1) nog een seconde in om het
EVC-systeem ter vergrendelen. Het hangslot gaat bran-
den als bevestiging. Om het systeem te ontgrendelen
drukt u de activeringsknop een seconde in. Dit kan al-
leen plaatsvinden vanaf een geactiveerde bedienings-
plaats.
Wisselen van bedieningsplaats tijdens het
varen (extra optie)
Om van stuurplaats te kunnen wisselen tijdens het varen
is vereist dat de functie is geactiveerd. De activering van
de functie mag alleen plaatsvinden door bevoegd Volvo
Penta personeel. Neem contact op met uw lokale Volvo
Penta dealer.
1. Druk de activeringsknop (1) in om het systeem te ont-
grendelen. Het hangslot gaat op alle stuurplaatsen uit
om aan te geven dat het mogelijk is om van stuur-
plaats te wisselen.
2. De bedieningshendel op het alternatieve bedieningspa-
neel moet in de neutrale stand staan voordat het moge-
lijk is van bedieningspaneel te veranderen.
3. Druk de activeringsknop (1) op de alternatieve stuur-
plaats in. De indicatie van de activeringsknop knippert
op de alternatieve stuurplaats en brandt met een vaste
gloed op de hoofdstuurplaats.
4. De alternatieve stuurplaats wordt actief als een correc-
te versnelling en een goedgekeurd toerentalgebied wor-
den gevraagd. De activeringsknop (1) brandt met een
vaste gloed om te bevestigen dat de stuurplaats is ge-
activeerd. Het systeem is nu vergrendeld hetgeen
wordt aangegeven met een brandend hangslot.
NB! Als niet binnen 15 seconden om een juiste ver-
snelling of juist toerental wordt gevraagd, brengt het
systeem de motor naar het stationaire toerental en
wordt de versnelling naar de neutrale stand geschak-
eld.
Operatie
53