Inhoudsopgave
Advertenties
Presentatie
Motorcontrole- en EVC-systeem
HCU
(Helm station
Control Unit)
Motorcontrolesysteem
De motoren zijn uitgerust met een common railsyste-
em en elektronisch geregelde injectoren met een elek-
tronische regelmodule.
Diagnose
Motortoerental
Gas
Oliedruk
Olietemperatuur
Ontstekingstiming Brandstofkwantiteit
14
HCU
(Helm station
Control Unit)
CAN bus
(Power train
Control Unit)
Koeltemperatuur
Laadluchtdruk
Laadluchttemp.
Brandstoftemp.
Water in brandstof
Nokkenaspositie
PCU
EMS
(Engine Monitoring
System)
De injectoren bevatten een elektromagnetisch ventiel
dat de hoeveelheid in te spuiten brandstof en het juis-
te tijdstip instelt. Het controlesysteem meet de laad-
luchtdruk en –temperatuur, en berekent de beschik-
bare luchtmassa. Dit bepaalt de maximale hoeveel-
heid brandstof die kan worden ingespoten (rookbe-
grenzerfunctie).
Het systeem begrenst ook het maximaal beschikbare
koppel bij het geregistreerde motortoerental om de
motor te beschermen tegen overbelasting.
Om de motor te beschermen tegen te hoge koelv-
loeistof- of laadluchttemperaturen en laaddruk alsme-
de oliedruk, reduceert het controlesysteem de hoeve-
elheid brandstof (gereduceerd motorvermogen) tot de
huidige waarden weer normaal zijn geworden.
Het motorcontrolesysteem beschikt ook over een di-
agnosesysteem, dat gebruikers en servicemonteurs
helpt om snel de oorzaak van storingen in het syste-
em te bepalen met behulp van de diagnoselamp of
een diagnosegereedschap.
Een storing wordt getoond als een serie knipperingen
van de diagnoselamp.
Advertenties
Inhoudsopgave
