Motor stoppen
Laat de motor een paar minuten stationair draaien (in neutraalstand) voordat de motor wordt uitgezet. Zo wordt
voorkomen dat de motor gaat koken en wordt de temperatuur gestabiliseerd. Dat is zeker belangrijk als de motor
op hoge toerentallen en belastingen heeft gedraaid.
58
Stoppen
Draai de sleutel naar stopstand "S". Houd de sleutel ge-
draaid tot de motor stopt. De sleutel zal automatisch terug-
keren naar de "0"-stand als deze wordt losgelaten en kan
daarna worden verwijderd.
Extra stop
Als de motor niet kan worden afgezet via de normale pro-
cedure, is het mogelijk de motor te stoppen via een extra
stop die is gemonteerd op de zijkant van de motor.
Na het stoppen van de motor
●
Sluit de brandstofkraan en de buitenboordkraan (achter-
uitversnelling) voor de koelwaterinlaat.
BELANGRIJK! Vergeet niet de kranen te openen
voordat de motor weer wordt gestart.
●
Inspecteer de motor en het motorcompartiment op lek-
kages.
●
Boten met aandrijvingen: De aandrijving moet maximaal
worden getrimd om de onbehandelde oppervlakken van
de trimcilinders te beschermen tegen vuil worden.
BELANGRIJK! Als het risico bestaat dat de aan-
drijving tegen de grond kan lopen, moet deze in
plaats daarvan naar buiten worden getrimd naar de
maximale liftpositie.
●
Zet de hoofdschakelaars uit als de boot enige tijd niet
gebruikt gaat worden.
BELANGRIJK! Zet de stroom nooit af met de
hoofdschakelaars als de motor draait. Dit kan het
aggregaat beschadigen.
Opleggen
De motor moet minstens eenmaal per 14 dagen op bedrijfs-
temperatuur draaien als de boot in het water wordt gelaten,
maar voor langere tijd niet gebruikt wordt. Hierdoor wordt
corrosie in de motor voorkomen. Als de boot meer dan
twee niet gebruikt wordt, moet de boot worden opgelegd.
Zie het gedeelte "Opleggen/Te water laten".