Q
Lucht uit de
Z
luchtroosters in de beenruimte en
de luchtroosters voor ontwase-
ming/ontdooiing van de voorruit
en zijruiten voor. Deze luchtver-
deling zorgt voor een goede ver-
warming van het interieur en
voorkomt het eventuele beslaan
van de ruiten.
E
Lucht uit de luchtroosters in de
Z
beenruimte (warmere lucht), de
luchtroosters in het midden en aan
de zijkant van het dashboard en
het luchtrooster achter (koelere
lucht).
Q
E
Lucht uit de luchtroosters in het
midden en aan de zijkant van het
dashboard, het luchtrooster ach-
ter en de luchtroosters voor het
ontdooien/ontwasemen van de
voorruit en de zijruiten voor. De-
ze luchtverdeling zorgt voor een
goede ventilatie van het interieur
en voorkomt het eventuele be-
slaan van de ruiten.
54
BELANGRIJK Voor de werking van de air-
conditioning moet minstens één knop van
Q
E
Z
/
/
de luchtverdeling
worden inge-
drukt. Hierna kunnen de knoppen van de
Q
E
Z
luchtverdeling
niet meer wor-
/
/
den uitgeschakeld.
BELANGRIJK Druk op de knop OFF om
het systeem weer in te schakelen: alle
functies die waren opgeslagen voor het
uitzetten van de motor, worden hervat.
Voor het hervatten van de automatische
werking van de luchtverdeling na een
handmatige instelling, moet de knop AU-
TO worden ingedrukt.
EXTRA VERWARMING
(indien aanwezig)
Dit systeem zorgt voor een snellere ver-
warming van het interieur bij koud weer
en bij een lage temperatuur van de koel-
vloeistof in de motor.
Onder bovengenoemde klimatologische
omstandigheden wordt het systeem au-
tomatisch ingeschakeld als de motor
wordt gestart en de aanjager ten minste
op de 1e snelheid staat (één staafje ver-
licht).
De hulpverwarming schakelt automatisch
uit als de ingestelde temperatuur is be-
reikt.
BELANGRIJK De hulpverwarming wordt
niet ingeschakeld als de accu onvoldoen-
de is opgeladen.
AIRCONDITIONING
UITSCHAKELEN
Druk op de knop OFF.
Op het display verschijnen de volgende ge-
gevens:
❒ opschrift OFF;
❒ weergave buitentemperatuur;
❒ weergave ingeschakelde luchtrecircula-
T
tie (lampje op de knop
brandt).