ALGEMENE
è
STORINGSMELDING
(geel)
Brandstofnoodschakelaar
Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden als de brandstofnoodscha-
kelaar inschakelt.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden bij een storing in de motor-
oliedruksensor.
Storing schemersensor
Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden bij een storing in de sche-
mersensor.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
Snelheidslimiet overschreden
(alleen voor Arabische landen)
Het lampje (geel) of het symbool op het
display (rood) gaat branden als de snelheid
van 120 km/h wordt overschreden.
Storing regensensor
Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden bij een storing in de regen-
sensor.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
Storing parkeersensoren
(indien aanwezig)
Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden bij een storing in de par-
keersensoren.
Storing bandenspanning-
controlesysteem
(indien aanwezig)
Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden als er een storing is in het
controlesysteem voor de bandenspanning
TPMS (indien aanwezig).
Als er een of meer wielen zonder sensor
gemonteerd zijn, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden totdat de
oorspronkelijke situatie weer is hersteld.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
OPMERKING Als een van bovenstaande
storingen worden geconstateerd, wendt
u dan zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
VERSTOPT
h
ROETFILTER (geel)
(Multijet-uitvoeringen)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het roetfilter
verstopt is en de rijomstandigheden ver-
hinderen dat de regeneratieprocedure au-
tomatisch wordt uitgevoerd.
Voor de regeneratieprocedure en vervol-
gens het reinigen van het filter raden wij u
aan te blijven rijden, totdat de weergave
van het lampje verdwijnt.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
147