fig. 15
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 15
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte in
het midden van het stuurwiel is geplaatst.
ATTENTIE
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat
bij het in werking treden van de air-
bag, het kussen niet wordt gehinderd
door obstakels. Rijd niet met voorover
gebogen lichaam, maar ga goed recht-
op zitten en steun tegen de rugleu-
ning.
F0Q0624m
fig. 16
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE fig. 16
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
met een groter volume dan dat aan be-
stuurderszijde. Het kussen is in een daar-
voor bestemde ruimte in het dashboard
geplaatst.
De frontairbags aan bestuurders- en pas-
sagierszijde zijn ontworpen voor een op-
timale bescherming van de inzittenden
voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vul-
len zij het grootste deel van de ruimte tus-
sen het stuurwiel en de bestuurder en het
dashboard en de voorpassagier.
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK: Monteer
absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passa-
giersstoel voor als de airbag
aan passagierszijde is inge-
schakeld. Als bij een ongeval de airbag
in werking treedt (opblaast), kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot ge-
volg hebben. Als er geen andere mo-
F0Q0700m
gelijkheid is, moet in ieder geval de air-
bag aan passagierszijde uitgeschakeld
worden als het kinderzitje op de pas-
sagiersstoel voor wordt geplaatst. Bo-
vendien moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje even-
tueel in aanraking komt met het dash-
board. Ook als het niet wettelijk ver-
plicht is, raden wij u aan, voor een op-
timale bescherming van de volwasse-
nen, de airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
121