DEFECTE
W
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje (of het symbool op
het display) gaat branden bij een storing in
de volgende verlichting:
❒ buitenverlichting
❒ remlichten of bijbehorende zekering
(zie hetgeen beschreven is voor het
symbool T)
❒ mistachterlichten
❒ richtingaanwijzers
❒ kentekenplaatverlichting.
De storing kan betreffen: doorbranden
van een of meer lampen, doorbranden
van de bijbehorende zekering of een
onderbreking in de elektrische verbin-
ding.
Op het display verschijnt de bijbehoren-
de melding.
DEFECTE REMLICHTEN
T
(geel)
Het symbool op het display
gaat branden bij een storing in de
remlichten.
De storing kan betreffen: doorbranden
van een of meer lampen, doorbranden van
de bijbehorende zekering of een onder-
breking in de elektrische verbinding.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje W
branden.
MISTACHTERLICHTEN
4
(geel)
Het lampje gaat branden als de
mistachterlichten worden inge-
schakeld.
MISTLAMPEN VOOR
5
(groen)
Het lampje gaat branden als de
mistlampen voor worden inge-
schakeld.
RICHTINGAANWIJZER
F
LINKS
(groen - knipperend)
Het lampje gaat branden als de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt ge-
zet of, tegelijkertijd met het lampje van de
rechter richtingaanwijzer, als de drukknop
voor de waarschuwingsknipperlichten
wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER
D
RECHTS
(groen - knipperend)
Het lampje gaat branden als de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt
gezet of, tegelijkertijd met het lampje van
de linker richtingaanwijzer, als de druk-
knop voor de waarschuwingsknipperlich-
ten wordt ingedrukt.
153