GLOEILAMP
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒ Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet doorge-
brand is, voordat u de lamp vervangt:
zie voor de plaats van de zekeringen de
paragraaf "Zekeringen vervangen" in dit
hoofdstuk;
❒ controleer voordat u een lamp vervangt
of de contacten niet zijn geoxideerd;
❒ vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en ver-
mogen;
❒ als u een gloeilamp in de koplamp hebt
vervangen, controleer dan om veilig-
heidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is.
Halogeenlampen mag u uit-
sluitend aanraken op het me-
talen gedeelte. Als u de bol met
uw vingers aanraakt, zal de
lichtopbrengst van de lamp teruglopen
en kan ook de levensduur beperkt wor-
den. Als u de bol per ongeluk toch hebt
aangeraakt, moet u de bol schoonwrij-
ven met een doekje met alcohol en
daarna laten drogen.
ATTENTIE
Modificaties of reparaties
aan de elektrische installatie
die niet correct worden uitgevoerd en
waarbij geen rekening wordt gehou-
den met de technische specificaties
van het systeem, kunnen storingen in
de werking en zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
ATTENTIE
Door de hoge voedingsspan-
ning mogen defecte gasont-
ladingslampen (Bi-Xenon) uitsluitend
vervangen worden door gespeciali-
seerd personeel: levensgevaar! Wendt
u tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan de
koplamp een beetje beslagen zijn: dit duidt
niet op een defect, maar is een natuurlijk
verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
een lage temperatuur en de luchtvochtig-
heidsgraad, en verdwijnt snel als de kop-
lampen worden ingeschakeld. De aanwe-
zigheid van druppels aan de binnenzijde
van de koplamp duidt daarentegen op het
binnendringen van water: wendt u tot de
Fiat-dealer.
167