Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Met Aanhanger; Algemene Opmerkingen - Fiat BRAVO 2008 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

MEETBEREIK VAN DE
SENSOREN
Met de sensoren kan het gebied achter en
voor (uitvoeringen met 8 sensoren) de au-
to worden gecontroleerd.
Door hun plaats wordt ook de midden-
en zijkant aan de voor- en achterzijde van
de auto bestreken.
Obstakels in het midden worden waarge-
nomen op een afstand die korter is dan
ongeveer 0,9 m (voor) en 1,40 m (achter).
Obstakels aan de zijkant worden waarge-
nomen op een afstand die korter is dan
0,6 m.

WERKING MET AANHANGER

De werking van de sensoren wordt auto-
matisch uitgeschakeld als de stekker van
de elektrische kabel van de aanhanger
wordt aangesloten op de stekkerdoos van
de trekhaak.
De sensoren worden automatisch weer
ingeschakeld als u de aanhangerstekker
loskoppelt.
BELANGRIJK Als u de trekhaak perma-
nent gemonteerd wilt houden als er geen
aanhanger wordt getrokken, wendt u dan
tot de Fiat-dealer om het systeem aan te
laten passen, omdat de trekhaak als ob-
stakel kan worden waargenomen door de
sensoren in het midden.
STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in de parkeersen-
soren worden bij het inschakelen van de
achteruit aangegeven door het branden
van het lampje è op het instrumenten-
paneel of het symbool t (op het display
verschijnt ook een bericht) (zie het hoofd-
stuk "Lampjes en berichten").

ALGEMENE OPMERKINGEN

Controleer tijdens parkeermanoeuvres of
zich geen obstakels boven of onder de
sensoren bevinden.
Obstakels die zich dicht bij de voor- of
achterkant van de auto bevinden, worden
onder bepaalde omstandigheden niet door
het systeem gesignaleerd en kunnen dus
de auto beschadigen of zelf beschadigd
worden.
Hierna staan enkele omstandigheden ver-
meld die de prestaties van het parkeer-
systeem kunnen beïnvloeden:
❒ Een verminderde gevoeligheid van de
sensoren en een vermindering van de
prestaties van het parkeerhulpsysteem
kunnen veroorzaakt worden door de
aanwezigheid op de sensoren van: ijs,
sneeuw, modder, meerdere laklagen.
❒ De sensoren signaleren een niet bestaand
object ("echo-storing"); dit wordt ver-
oorzaakt door mechanische storingen,
bijvoorbeeld: wassen van de auto, regen
(met veel wind) en hagel.
❒ De metingen van de sensoren kunnen
beïnvloed worden/zijn door ultrasone
systemen (bijv. luchtdrukremmen van
vrachtwagens of pneumatische hamers)
die zich in de nabijheid bevinden.
❒ De prestaties van het parkeerhulpsys-
teem kunnen ook beïnvloed worden
door de positie van de sensoren. Bij-
voorbeeld als de stand van de auto
wordt gewijzigd (door slijtage van
schokdempers, wielophanging) of door
de banden te verwisselen, de auto te
zwaar te beladen of door speciale aan-
passingen waardoor de auto verlaagd
wordt.
❒ Obstakels aan de bovenzijde van de au-
to kunnen niet gesignaleerd worden
omdat het systeem obstakels signaleert
die de auto aan de onderzijde kunnen
raken.
101

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave