MOTOR STARTEN
NOODSTART
Y
Als het lampje
tenpaneel constant blijft branden, wendt
u dan onmiddellijk tot de Fiat-dealer.
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden
gestart met een hulpaccu, die ten minste
dezelfde capaciteit moet hebben als de le-
ge accu.
Ga voor het starten als volgt te werk fig.
1:
❒ verbind de pluspolen (+ teken nabij de
pool) van de beide accu's met een start-
kabel;
❒ sluit een tweede startkabel aan op de
minpool (–) van de hulpaccu en op de
E
massa-aansluiting
versnellingsbak van de auto die gestart
moet worden;
❒ start de motor;
❒ neem als de motor draait, de kabels in
de omgekeerde volgorde los.
156
op het instrumen-
fig. 1
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
wendt u tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen
van de twee accu's niet direct met elkaar:
eventuele vonken kunnen het explosieve
gas ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd
aan boord van een andere auto, mogen
tussen deze auto en de auto met de lege
accu niet per ongeluk metalen delen met
elkaar in verbinding staan.
op de motor of de
bijzonder de regeleenheden van de ont-
steking en de inspuiting.
F0Q0733m
Gebruik voor een noodstart
beslist nooit een accusnella-
der: de elektronische systemen
kunnen beschadigen; in het
ATTENTIE
Laat deze procedure door
gespecialiseerd personeel uit-
voeren. Onjuiste handelingen kunnen
leiden tot vonken. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd het
contact met de huid en de ogen. Kom
ook niet dicht bij een accu met open
vuur of een brandende sigaret en ver-
oorzaak geen vonken.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto's nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een hel-
ling af te laten rijden. Op die wijze kan er
onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstel-
baar zal beschadigen.
BELANGRIJK Houd er rekening mee dat
de rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het
rempedaal en het stuur.