VERWARMING
EN VENTILATIE
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 42
A: draaiknop voor regeling van de lucht-
temperatuur (menging van warme/kou-
de lucht)
B: drukknop voor in- en uitschakelen ach-
terruitverwarming
C: draaiknop voor inschakelen aanjager
D: drukknop voor in- en uitschakelen lucht-
recirculatie
E: draaiknop voor de luchtverdeling.
VERWARMING VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A in het rode vlak;
❒ zet de knop C op de gewenste snelheid;
❒ draai de knop E in stand:
≤
voor verwarming van de beenruimte
en ontwaseming van de voorruit
μ
voor verwarming van de beenruimte,
waarbij de luchtstroom op het gelaat
koel blijft ("bilevel"- stand)
w
voor gespreide verwarming naar de
beenruimte van de zitplaatsen voor
en achter
44
fig. 42
❒ schakel de luchtrecirculatie uit (lampje
T
op de knop
gedoofd).
SNELLE ONTWASEMING/
ONTDOOIING VOORRUIT EN
ZIJRUITEN VOOR
Ga als volgt te werk:
❒ draai de knop A geheel naar rechts;
❒ draai de knop C in stand
-
❒ draai de knop E in stand
-
❒ schakel de luchtrecirculatie uit (lampje
T
op de knop
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid zijn,
kan een stand gekozen worden waarbij het
zicht en het comfort optimaal blijven.
;
;
F0Q0609m
gedoofd).