fig. 7
❒ monteer het reservewiel, waarbij de
gaten S-fig. 7 over de centreerpen-
nen T moeten vallen;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de
vier wielbouten handvast aan;
❒ draai de slinger R-fig. 6 van de krik
zodat de auto zakt, en verwijder de
krik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten kruiselings vast, in de
volgorde die is aangegeven in fig. 8.
F0Q0396m
fig. 8
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure,
krik de auto op en demonteer het
noodreservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het normale wiel
schoon zijn en geen onzuiverheden be-
vatten, omdat hierdoor na verloop van
tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒ monteer het normale wiel, waarbij de
gaten S-fig. 7 over de centreerpennen
T moeten vallen;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten vast;
❒ laat de auto zakken en verwijder de
krik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten kruiselings vast, in de volg-
orde die in fig. 8 is aangegeven;
❒ druk het wieldeksel voorzichtig vast en
zorg ervoor dat het ventiel uit de ope-
F0Q0397m
ning in het wieldeksel steekt;
❒ druk op de rand van het wieldeksel, te
beginnen bij de delen die het dichtst bij
het ventiel zitten, totdat het wieldeksel
geheel vast zit.
BELANGRIJK Door een verkeerde mon-
tage kan het wieldeksel tijdens het rijden
loslaten.
161