Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Winterbanden; Sneeuwkettingen - Fiat BRAVO 2008 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

WINTERBANDEN

Gebruik winterbanden die dezelfde maat
hebben als de standaard geleverde banden.
De Fiat-dealer kan u adviseren welke band
het meest geschikt is voor het doel waar-
voor u hem wilt gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de ban-
denspanning en de winterbanden exact
aan de aanwijzingen die staan aangegeven
in de paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
De specifieke eigenschappen van winter-
banden verminderen aanzienlijk als de pro-
fieldiepte minder is dan 4 mm. In dat ge-
val is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van
winterbanden zijn de prestaties onder
niet-winterse omstandigheden of wanneer
er lange afstanden op de snelweg worden
gereden, minder dan die van de standaard
gemonteerde banden. Beperk het gebruik
van winterbanden tot die omstandigheden
waarvoor ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt
waarvan de maximum toegestane snelheid
lager is dan de topsnelheid van de auto
(met een marge van 5%), dan dient u in het
interieur van de auto een voor de be-
stuurder duidelijk zichtbaar waarschu-
wingsplaatje te plaatsen met de maximum
toegestane snelheid wanneer met die win-
terbanden wordt gereden (overeenkom-
stig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde ban-
den (zelfde merk en profieldiepte) voor meer
veiligheid tijdens het rijden en remmen en
voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
ATTENTIE
Bij winterbanden met de in-
dicatie "Q" geldt een maxi-
mum snelheid van 160 km/h; bij win-
terbanden met de indicatie "T" geldt
een maximum snelheid van 190 km/h;
bij winterbanden met de indicatie
"H" geldt een maximum snelheid van
210 km/h. Deze maximum snelheden
zijn in overeenstemming met de hui-
dige wetgeving.

SNEEUWKETTINGEN

Het gebruik van sneeuwkettingen is af-
hankelijk van de voorschriften van het land
waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op de
voorwielen gemonteerd worden (aange-
dreven wielen).
Controleer na enkele tientallen meters rij-
den of de kettingen nog goed gespannen
zijn. Gebruik dunne sneeuwkettingen:
– gebruik voor bandenmaat 195/65 R15"
en 205/55 R16" uitsluitend dunne sneeuw-
kettingen die maximaal 9 mm boven het
profiel van de banden uitsteken.
– gebruik voor bandenmaat 225/45 R17"
uitsluitend dunne sneeuwkettingen die
maximaal 7 mm boven het profiel van de
banden uitsteken.
BELANGRIJK Op het noodreservewiel
kan geen sneeuwketting worden gemon-
teerd. Als u een lekke voorband hebt, kunt
u het noodreservewiel op de achteras
plaatsen en het achterwiel op de vooras.
Zo hebt u op de vooras twee normale
wielen waarop u sneeuwkettingen kunt
monteren.
139

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave