fig. 34
BUITENSPIEGELS
Spiegel handmatig inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)
kunnen de buitenspiegels worden inge-
klapt door ze van stand A-fig. 34 in stand
B te zetten.
Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand A-fig. 34
staan.
De spiegel aan bestuurderszij-
de is bol, waardoor de af-
standswaarneming enigszins
wordt beïnvloed.
F0Q00658m
fig. 35
Elektrische verstelling
De elektrische verstelling van de buiten-
spiegels is alleen mogelijk als de contact-
sleutel in stand MAR staat.
Ga als volgt te werk:
❒ met de schakelaar A-fig. 35 kiest u
welke spiegel u wilt verstellen (links
of rechts);
❒ druk voor het verstellen van de spie-
gel de joystick B in een van de vier
richtingen.
F0Q0623m
fig. 36
Elektrisch inklappen (indien
aanwezig)
Het elektrisch inklappen van de buiten-
spiegels is alleen mogelijk als de contact-
sleutel in stand MAR staat.
Ga als volgt te werk:
❒ zet de schakelaar A-fig. 36 in de neu-
trale stand (geen enkele spiegel gese-
lecteerd);
❒ klap de spiegel in door aan de zijkant op
de joystick B-fig. 36 te drukken;
❒ om de spiegels weer in de rijstand te
zetten, moet u opnieuw op de joystick
B drukken.
F0Q0425m
41