fig. 13
RUITENSPROEIER-/KOPLAMP-
SPROEIERVLOEISTOF fig. 13
Til de dop A op en vul het reservoir met
een mengsel van water en TUTELA
PROFESSIONAL SC 35 in de volgen-
de mengverhouding:
❒ 30% TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 en 70% water in de zomer;
❒ 50% TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 en 50% water in de winter.
Bij temperaturen onder –20°C, TUTE-
LA PROFESSIONAL SC 35 onver-
dund gebruiken.
Controleer visueel het niveau van de vloei-
stof in het reservoir.
Verwijder bij uitvoeringen met koplamp-
sproeiers het filter en de bijbehorende
peilstok. De peilstok geeft aan hoeveel
vloeistof er in het reservoir zit.
F0Q0666m
ATTENTIE
Rijd niet met een leeg rui-
tensproeierreservoir: de rui-
tensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een optimaal zicht.
ATTENTIE
Enkele in de handel verkrijg-
bare ruitensproeiervloeistoffen
zijn licht ontvlambaar. In de motor-
ruimte bevinden zich warme onderde-
len die bij contact de vloeistof kunnen
doen ontbranden.
fig. 14
REMVLOEISTOF fig. 14
Draai de dop A los: controleer of het
remvloeistofniveau nog op het maximum
niveau staat. Het niveau mag nooit het
MAX-merkteken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld, dan
raden wij u aan de remvloeistof te ge-
bruiken die staat vermeld in de tabel
"Vloeistoffen en smeermiddelen" (zie het
hoofdstuk "Technische gegevens"). Wees
bij het openen van de dop A bijzonder
voorzichtig zodat er geen vuil in het re-
servoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trech-
ter met een ingebouwde filterzeef van
maximaal 0,12 mm.
BELANGRIJK De remvloeistof is hygro-
scopisch (trekt water aan). Daarom ver-
dient het aanbeveling, als de auto over-
wegend wordt gebruikt in gebieden met
een hoge luchtvochtigheid, de vloeistof va-
ker te vervangen dan in het "Onder-
houdsschema" staat aangegeven.
F0Q0664m
203