Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 6. Gebruik
WAARSCHUWING: Controleer altijd de werking van het beademingsapparaat zoals
beschreven in 'Werking beademingsapparaat controleren' op
pagina 5-8 voordat u het beademingsapparaat voor de patiënt
gebruikt, om veilig bedrijf te waarborgen. Indien het
beademingsapparaat een test niet doorstaat, dient het uit
klinisch gebruik te worden genomen. Gebruik het
beademingsapparaat niet voordat de nodige reparaties zijn
uitgevoerd en het alle tests doorstaat.
OPMERKING:
Bereid het beademingsapparaat vóór gebruik voor volgens de
instructies in Hoofdstuk 5.
OPMERKING:
Wanneer gesloten afzuiging wordt gebruikt tijdens invasieve
beademing, kunnen om het even welke modus en instellingen
worden gebruikt. Configureer het patiëntcircuit met een
kathetersysteem met gesloten afzuiging en controleer of het
loskoppelingsalarm van de patiënt is geactiveerd voorafgaand
aan het uitvoeren van de procedure. (Zie 'Patiënt los' op
pagina 5-10.)
Na het inschakelen start het beademingsapparaat in de modus en met de
instellingen die bij het laatste afsluiten actief waren. Controleer deze
instellingen en pas ze zo nodig aan. U moet bekend zijn met het gebruik van
het aanraakscherm en de navigatiering (oude versies) voor het selecteren,
wijzigen, activeren en bevestigen van parameters. Zie 'Voordat het
beademingsapparaat op een patiënt wordt aangesloten' op pagina 5-8
voor details.
U krijgt toegang tot het venster Instellingen van het beademingsapparaat via
de tabbladen onder aan het scherm.
pagina 6-3 pagina 6-12 pagina 6-2 pagina 6-17 pagina 6-20 pagina 6-22
6-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Respironics v60 plus

Inhoudsopgave