Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voordat Het Beademingsapparaat Op Een Patiënt Wordt Aangesloten; Werking Beademingsapparaat Controleren - Philips Respironics V60 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beademingsapparaat opstellen voor gebruik
Voordat het
beademingsapparaat
op een patiënt wordt
aangesloten
5-8
WAARSCHUWING: Controleer altijd de werking van het beademingsapparaat zoals
beschreven in 'Werking beademingsapparaat controleren' op
pagina 5-8 voordat u het beademingsapparaat voor de patiënt
gebruikt, om veilig bedrijf te waarborgen. Indien het
beademingsapparaat een test niet doorstaat, dient het uit
klinisch gebruik te worden genomen. Gebruik het
beademingsapparaat niet voordat de nodige reparaties zijn
uitgevoerd en het alle tests doorstaat.
WAARSCHUWING: Houd het laadniveau van de batterij nauwgezet in het oog om
de kans op stroomonderbreking van het beademingsapparaat te
verminderen. De bedrijfsduur van de batterij wordt bij
benadering aangegeven en wordt beïnvloed door de instellingen
van het beademingsapparaat, ontlading-ladingcycli, ouderdom
van de batterij en omgevingstemperatuur.
OPMERKING:
Als het beademingsapparaat een reservebatterij heeft, moet
deze voldoende opgeladen zijn zodat u de werking kunt
controleren. Laad de batterij zo nodig op voordat u de werking
controleert. Afhankelijk van de leeftijd en toestand van de
batterij kan het tot 16 uur of langer duren om deze volledig op
te laden.
OPMERKING:
De reservebatterijen zijn alleen bedoeld voor kortdurend
gebruik. Ze zijn niet bedoeld als primaire voedingsbron.
OPMERKING:
Wij raden u aan de batterijen van het beademingsapparaat
volledig op te laden, voordat u met de beademing van een
patiënt begint. Als de batterijen niet geheel zijn opgeladen en
de netstroom valt uit, houd dan het laadniveau van de batterij
goed in het oog.

Werking beademingsapparaat controleren

1. Zorg ervoor dat het beademingsapparaat op netvoeding is aangesloten.
2. Schakel het beademingsapparaat in. Het beademingsapparaat voert
automatisch een test uit van het hoorbare back-upalarm, gevolgd door
het primaire geluidsalarm. Controleer of u een hoge toon hoort,
gevolgd door een pieptoon.
3. Maak een patiëntalarm aan, zoals een alarm Patiënt los.
a. CONTROLEER of het juiste alarm wordt geactiveerd (hoorbaar,
zichtbaar en knipperend alarmlampje).
b. CONTROLEER of het geluidsvolume geschikt is voor de omgeving
waarin het apparaat wordt gebruikt.
c. CONTROLEER de instelling van het externe alarm, indien van
toepassing.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Respironics v60 plus

Inhoudsopgave