Alarmen, berichten en probleemoplossing
Alarmberichten
verbergen/weergeven
Probleemoplos-
sing op basis van
symptomen
Symptoom
De beademing stopt, maar het beademingsapparaat heeft
netvoeding. Het beademingsapparaat kan in de standbymodus
staan of de status Beademingsapparaat inactief hebben.
Wanneer het beademingsapparaat de staat
Beademingsapparaat inactief heeft, kan de voortzetting van de
veilige werking van het beademingsapparaat in gevaar komen.
O
-flow- en blazerbediening zijn uitgeschakeld.
2
Het aanraakscherm reageert niet of niet goed. Het
beademingsapparaat blijft functioneren bij de geselecteerde
instellingen. Patiëntinstellingen en -gegevens blijven zichtbaar
en accuraat en alarmen worden nog steeds afgegeven.
9-6
Automatisch terugzetbare alarmen uit de lijst Alarmen verwijderen
Automatisch terugzetbare alarmen worden met doorgestreepte tekst in de lijst
Alarmen weergegeven.
Verwijder het bericht uit de lijst Alarmen door op Resetten alarm te drukken.
Om een alarm- of informatiebericht in de lijst Alarmen of Berichten te
verbergen, drukt u op de knipperende alarmindicatorknop of
informatieberichtenknop wanneer er pijlen omhoog worden weergegeven.
Om berichten te tonen drukt u op de knipperende alarmindicator of knop
Informatiebericht wanneer er pijlen omlaag worden weergegeven. Zowel
actieve als automatisch terugzetbare alarmen en informatieberichten kunnen
worden weergegeven en verborgen.
Zie Tabel 9-2 als u een probleem met het beademingsapparaat wilt oplossen.
Zie ook Tabel 9-3 als een alarmbericht wordt weergegeven.
Tabel 9-2: Probleemoplossing op basis van symptomen
Aanbevolen actie
Controleer de patiënt.
Als het beademingsapparaat in de standbymodus staat, sluit u
de patiënt opnieuw aan en moet de beademing worden hervat.
Als de alarmindicator op het voorpaneel continu brandt en/of
het scherm Beademingsapparaat inactief wordt weergegeven,
moet u voor alternatieve beademing zorgen. Laat het
beademingsapparaat nakijken. Zie Tabel 9-5 op pagina 9-20
voor meer informatie over het specifieke alarm
Beademingsapparaat inactief.
Controleer de patiënt.
Als een instelling voor de patiënt moet worden gewijzigd, moet
u voor alternatieve beademing zorgen. Laat het
beademingsapparaat nakijken.
OPMERKING: Druk op de aan-uittoets en vervolgens op de
√
bevestigingsknop (
) rechtsboven aan de voorzijde van het
beademingsapparaat om dit uit te schakelen als het
aanraakscherm niet meer reageert.
Pijlen
omhoog