Beademingsapparaat opstellen voor gebruik
5-10
Hoge inademingsdruk
1. Verlaag de Hg Insp D-alarmlimiet naar 8 cmH
2. CONTROLEER of het Alarm Hoge inademingsdruk (Hg Insp D) wordt
geactiveerd, het beademingsapparaat naar uitademing overgaat en de
druk tot 6 cmH
O (the EPAP-niveau) wordt verlaagd.
2
3. Verhoog de Hg Insp D-alarmlimiet naar 15 cmH
Laag slagvolume
1. Verhoog de instelling voor Lg V
gemeten V
.
T
2. CONTROLEER of het alarm voor Laag slagvolume wordt geactiveerd.
3. Schakel het alarm voor Lg V
4. CONTROLEER of het alarm wordt teruggezet.
Patiënt los
1. Verwijder de testlong.
2. CONTROLEER of het alarm Patiënt los wordt geactiveerd.
3. Sluit de testlong weer aan.
4. CONTROLEER of het alarm teruggezet wordt en het
beademingsapparaat automatisch de beademing hervat.
Patiëntcircuit verstopt
1. Maak het patiëntcircuit los van de uitlaat van het beademingsapparaat
(ook het bacteriefilter) en blokkeer de uitlaat.
2. CONTROLEER of het alarm Patiëntcircuit verstopt wordt geactiveerd.
3. Deblokkeer de uitlaat en sluit het circuit weer aan.
4. CONTROLEER of het alarm wordt teruggezet.
O.
2
O.
2
tot boven het weergegeven,
T
UIT.
T