Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van Het Pneumatische Systeem; Luchttoedienings-Eigenschappen; Controlevariabele; Initiëren, Overgang En Lekadaptatie - Philips Respironics V60 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Werkingsprincipes
Werking van het
pneumatische
systeem
Zuurstof
onder hoge
druk
Omgevingslu
cht
Afbeelding 4-1: Gastoedieningssysteem van het V60-/V60 Plus-beademingsapparaat
Luchttoedienings-
eigenschappen
4-2
Het beademingsapparaat maakt gebruik van omgevingslucht en zuurstof onder
hoge druk (Afbeelding 4-1). Lucht komt binnen door een inlaatfilter. Zuurstof
komt binnen door een hogedrukinlaat en een regelklep levert de door de
gebruiker ingestelde concentratie. Het systeem mengt de lucht en de zuurstof,
zet het mengsel met de blazer onder druk en regelt het af op de door de
gebruiker ingestelde druk. Om dit te doen vergelijkt het beademingsapparaat
de proximale (patiënt) drukmeting met de druk aan de uitlaat van het
beademingsapparaat (apparaatdruk) en past het de apparaatdruk aan om het
drukverval tussen inademingsfilter, patiëntcircuit en luchtbevochtiger te
compenseren. Zo wordt een nauwkeurige en responsieve druktoediening en
lekcompensatie gegarandeerd.
Respironics V60-/V60 Plus-beademingsapparaat
O
-druk
2
Regelkle
O
-flows
2
p
ensor
Luchtflo
wsensor
Luchtinlaatfi
lter
Het beademingsapparaat dient gas toe aan de patiënt via een bacteriefilter in
de hoofdflow (inspiratoir), een enkelvoudig ademhalingscircuit, een
luchtbevochtiger (optioneel) en een patiëntinterface zoals een masker, nasale
canule voor hoge flow of endotracheale buis. Een drukkraan proximaal aan de
patiënt wordt gebruikt om de patiëntdruk te observeren. De expiratiepoort laat
tijdens in- en uitademing voortdurend gas afvloeien uit het systeem om
herinademing te beperken en ervoor te zorgen dat CO

Controlevariabele

De lucht die door het V60-/V60 Plus-beademingsapparaat wordt toegediend,
is drukgeregeld. In de AVAPS-modus wordt de toegediende druk in een
bepaald tijdsinterval automatisch aangepast om een ingesteld ademvolume te
behouden.
Initiëren, overgang en lekadaptatie
In tegenstelling tot andere beademingsapparaten, is het voor het V60-/V60
Plus-beademingsapparaat niet nodig om de initiatie- en cyclusgevoeligheid in
te stellen of de basisflow aan te passen. Dankzij het unieke Auto-Trak-
gevoeligheidsalgoritme van het beademingsapparaat worden deze automatisch
aangepast; zie 'Auto-Trak-gevoeligheid' op pagina 4-3.
Proximale druk
(patiëntdruk)
Uitlaatdruk
beademingsapparaat
(apparaatdruk)
Menger
Blazer
Patiënt
Uitademing
spoort
Hoofdflowfil
ter
verwijderd wordt.
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Respironics v60 plus

Inhoudsopgave