Beademingsmodi
Met HFT wordt er met een gerichte flow gemengd gas aan de patiënt
toegediend. De arts stelt zowel de O
wordt verwarmde luchtbevochtiging aanbevolen.
Patiëntalarmen zijn niet beschikbaar tijdens HFT. Deze therapie wordt niet
beschouwd als een beademingsmodus. HFT is alleen beschikbaar in de
standbymodus.
Er is een maximale systeemdrukgrens tijdens HFT die wordt bepaald aan de
hand van de flowsnelheid:
•
45 cm H
O maximale drukgrens wanneer de flowsnelheid is ingesteld
2
op ≥ 20 l/min
•
30 cm H
O maximale drukgrens wanneer de flowsnelheid is ingesteld
2
op < 20 l/min.
Wanneer de eerder aangegeven maximale drukgrens is bereikt tijdens HFT,
wordt de toediening van de flow in stand gehouden op het hoogste flowniveau
dat kan worden bereikt.
Het V60-/V60 Plus-beademingsapparaat kent de volgende beademingsmodi:
•
CPAP-modus (continuous positive airway pressure, constante positieve
luchtwegdruk)
•
S/T-modus (spontaneous/timed, spontane/getimede)
•
PCV-modus (pressure-controlled ventilation, drukgeregelde
beademing)
•
AVAPS-modus (average volume-assured pressure support,
ademdrukondersteuning voor gegarandeerd gemiddeld volume)
•
PPV-modus (proportional pressure ventilation, beademing met
proportionele druk) (optioneel)
In Tabel 4-1 staat een overzicht van de eigenschappen van deze modi. Merk op
dat de Getimede ademhalingsindicator aangeeft dat de ademhaling door het
beademingsapparaat wordt geïnitieerd, terwijl de Spont-ademhalingsindicator
aangeeft dat de ademhaling door de patiënt wordt geïnitieerd.
Werkingsprincipes
-concentratie als de flow in. Tijdens HFT
2
4-7