Onderstelinstelling weergeven
Het contact inschakelen.
(
66)
De toets 1 kort indrukken om
de actuele instelling te laten
weergeven.
De onderstelinstellingen voor
demping 2 en veervoorspan-
ning 3 worden weergegeven.
De weergave wordt na korte
tijd automatisch weer verbor-
gen.
Demping instellen
Het contact inschakelen.
(
66)
De toets 1 kort indrukken om
de actuele instelling te laten
weergeven.
Om de demping in te stellen:
De toets 1 zo vaak kort in-
drukken tot de gewenste in-
stelling wordt weergegeven.
De demping kan tijdens
het rijden worden inge-
steld.
De selectiepijl 4 wordt weerge-
geven.
De selectiepijl 4 verdwijnt na
het wijzigen van de status.
De volgende instellingen zijn
mogelijk:
81