Het menu
Navigatie
oproepen.
vorieten
Bestemming selecteren en
bevestigen.
Routebeg. starten
teren.
Speciale bestemmingen
invoeren
Speciale bestemmingen, bijv.
bezienswaardigheden, kunnen
op de kaart worden weerge-
geven.
Het menu
Navigatie
oproepen.
U kunt de volgende plaatsen
selecteren:
Op de standplaats
Op de plaats van be-
stem.
Langs de route
Selecteren op welke locatie
de speciale bestemmingen
worden gezocht.
U kunt bijv. de volgende speci-
ale bestemming selecteren:
Tankstation
Speciale bestemming selecte-
ren en bevestigen.
Routebegeleiding star-
selecteren en bevestigen.
ten
Routecriteria vastleggen
Het menu
Navigatie
tecriteria
U kunt de volgende criteria se-
lecteren:
,
Fa-
selec-
,
POIs
,
Rou-
oproepen.
Soort route
Vermijdingen
Gewenste
Soort route
lecteren.
Gewenste
Vermijdingen
in- of uitschakelen.
Het aantal ingeschakelde ver-
mijdingen wordt weergegeven
tussen haakjes.
Routebegeleiding beëindigen
Het menu
Navigatie
tieve routebegeleiding
oproepen.
Routebegeleid. beëin-
selecteren en beves-
digen
tigen of de MultiController
naar links drukken.
Gesproken aanwijzingen in-
of uitschakelen
Helmen van berijder en duo-
passagier verbinden. (
De navigatie kan door een
computerstem worden voor-
gelezen. Daarvoor moeten de
Gesproken aanwijzingen
ingeschakeld zijn.
Het menu
Navigatie
tieve routebegeleiding
oproepen.
Gesproken aanwijzingen
in- of uitschakelen.
119
se-
,
Ac-
113)
,
Ac-