140
RIJDEN
aangegeven door een pop-up-
melding, bijv.
instelling.
Het ABS-controlelampje knip-
pert onregelmatig.
Meer informatie over de rijdy-
namiekregelsystemen, zoals het
ABS vindt u in het hoofdstuk
Techniek in detail.
ABS-Zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad ABS wordt
door de zelfdiagnose gecon-
troleerd. De zelfdiagnose start
automatisch na het inschakelen
van het contact.
Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje knippert.
Fase 2
Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje knippert.
ABS-zelfdiagnose beëindigd
Het ABS-controle- en waar-
schuwingslampje dooft.
Attentie! ABS
.
ABS-zelfdiagnose niet
voltooid
ABS is niet beschikbaar, om-
dat de zelfdiagnose niet is
afgesloten. (Voor de controle
van de wieltoerentalsenso-
ren moet de motorfiets een
minimumsnelheid bereiken:
5 km/h)
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd
er rekening mee dat geen
ABS-functie ter beschikking
staat.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
ASC-zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad ASC wordt
door de zelfdiagnose gecon-
troleerd. De zelfdiagnose vindt
automatisch plaats na het
inschakelen van het contact.
Fase 1
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
ASC-controle- en waar-
schuwingslampje knippert
langzaam.