De startknop 1 indrukken.
Als de accuspanning te
laag is wordt de startpro-
cedure automatisch afgebro-
ken. Voor verdere startpogin-
gen de accu opladen of start-
hulp laten geven.
Meer details vindt u in het
hoofdstuk Onderhoud onder
Starthulp.
De motor slaat aan.
Als de motor niet aanslaat,
kan de storingstabel in
het hoofdstuk Technische
gegevens uitkomst bieden.
(
234)
Pre-Ride-Check
Na het inschakelen van het
contact voert het instrumen-
tenpaneel een test van de con-
trole- en waarschuwingslamp-
jes uit - de zogenaamde "Pre-
Ride-Check". Als de motor
tijdens de test wordt gestart,
wordt de test afgebroken.
Fase 1
Alle controle- en waarschu-
wingslampjes worden inge-
schakeld.
Als het voertuig langere tijd
heeft stilgestaan, wordt bij het
starten van het systeem een
animatie weergegeven.
Fase 2
Het algemene waarschuwings-
lampje verandert van rood in
geel.
Fase 3
Na elkaar worden alle inge-
schakelde controle- en waar-
schuwingslampjes in omge-
keerde volgorde uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje sto-
ring aandrijflijn gaat pas na 15
seconden uit.
Als een van de controle- en
waarschuwingslampjes niet in-
geschakeld is:
De storing zo snel mogelijk
door een vakwerkplaats laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
met rijmodi Pro
Afhankelijk van de rijmo-
dus, resp. diens configu-
ratie, kunnen de ingrepen van
de rijdynamiekregelsystemen
beperkt zijn.
Mogelijke beperkingen worden
139
SU