170
TECHNIEK IN DETAIL
Het toerental kan dan niet on-
der het stationair toerental
komen.
Stationair toerental
1250
±50
min
drijfstemperatuur)
ADAPTIEVE BOCHTVERLICH-
TING
met adaptieve bochtverlich-
ting
SU
Werking
Naast het dimlicht, grootlicht
en dagrijlicht, resp. positielicht,
beschikt de koplamp over af-
zonderlijke LED-elementen met
eigen reflectoren. De LED-ele-
menten worden afhankelijk van
de mate van overhellen bij het
dimlicht bijgeschakeld om de
verlichting van de binnenzijde
van de bocht te verbeteren. De
adaptieve bochtverlichting is
geoptimaliseerd voor lichte tot
gemiddelde overhellingen.
De adaptieve bochtverlichting
wordt onder de volgende voor-
waarden geactiveerd:
Rijden met lichte tot gemid-
delde overhellingen.
De snelheid is hoger dan 10
km/h.
Het dimlicht is ingeschakeld.
-1
(Motor op be-