130
INSTELLING
Demping achterwiel instellen
De motorfiets neerzetten en
daarbij erop letten dat de on-
dergrond vlak en stevig is.
Demping via de stelschroef 1
afstellen.
Voor een stuggere demping,
de stelschroef 1 rechtsom
draaien.
Voor een soepelere dem-
ping, de stelschroef 1 linksom
draaien.
Basisinstelling achter-
wieldemping
Stelschroef tot aan de aan-
slag rechtsom draaien, daarna
1,5 omwentelingen terug.
(Sologebruik zonder belading)
Stelschroef tot aan de aan-
slag rechtsom draaien, daarna
0,5 omwenteling terug. (So-
logebruik met belading)
Stelschroef tot de aanslag
rechtsom draaien en vervol-
gens 0,25 omwenteling te-
rug. (Duorit met belading)