Aarding
Deze instructies zijn bedoeld voor al degenen die verantwoordelijk zijn voor de aar-
ding van de omvormer.
WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van de volgende instructies kan ver-
wonding, dodelijk letsel, een toename van elektromagnetische interferentie
en storingen in de apparatuur veroorzaken:
•
Zorg voor aarding van de omvormer, de motor en aangesloten apparatuur,
zodat de veiligheid van het personeel onder alle omstandigheden gewaar-
borgd is en elektromagnetische emissie en interferentie zo laag mogelijk zijn.
•
Zorg dat de aardgeleiders een juiste afmeting hebben, zoals de veiligheids-
voorschriften vereisen.
•
Bij een meervoudige installatie moet elke frequentie-omvormer afzonderlijk op
de veiligheidsaarde (PE) worden aangesloten.
•
Maak, waar EMC-emissies geminimaliseerd moeten worden, een hoogfre-
quente aarding over 360° van kabelingangen om elektromagnetische storin-
gen op te heffen. Sluit bovendien de kabelafscherming aan op de
veiligheidsaarde (PE) om te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften.
•
Een omvormer met EMC-filteropties +E200 of +E202 mag niet op een onge-
aard voedingssysteem worden aangesloten of op een voedingssysteem met
aarding via een hoge weerstand (meer dan 30 ohm). Zie pagina 95.
•
Installeer 690 V omvormers niet in hoekgeaarde TN systemen of hoekgeaarde
IT systemen.
Opmerking:
•
Kabelafschermingen zijn alleen geschikt voor aardgeleiders van apparatuur
als de afscherming een voldoende grote diameter heeft om aan de veilig-
heidsvoorschriften te kunnen voldoen.
•
De norm EN 61800-5-1 (sectie 4.3.5.5.2.) vereist dat, als de normale aanraak-
stroom van de omvormer hoger is dan 3,5 mA AC of 10 mA DC, er een vaste
veiligheidsaarde-aansluiting gebruikt moet worden en
• een doorsnede van de geleider van de veiligheidsaarde van ten minste
2
10 mm
Cu of 16 mm
of
• automatische ontkoppeling van de voeding in het geval dat de veilig-
heidsaarde-geleider onderbroken wordt,
of
• een tweede veiligheidsaarde-geleider van dezelfde doorsnede als de origi-
nele veiligheidsaarde-geleider.
2
Al,
Veiligheidsvoorschriften 15