Planning van de elektrische installatie 83
Zie de firmware-handleiding voor verdere informatie over de thermische motorbeveili-
ging, en het aansluiten en het gebruik van de temperatuursensoren.
Beveiligen van de omvormer tegen aardfouten
De omvormer is voorzien van een interne aardfoutbeveiligingsfunctie om de omvor-
mer te beschermen tegen aardfouten in de motor en de motorkabel. Dit is niet een
voorziening voor persoonlijke veiligheid of brandveiligheid. De aardfoutbeveiligings-
functie kan worden uitgeschakeld met een parameter, zie de firmwarehandleiding.
Compatibiliteit met reststroomverbrekers (RCD)
De omvormer is geschikt voor het gebruik van reststroomverbrekers van type B.
Opmerking: Het EMC-filter van de omvormer bevat condensatoren die tussen het
hoofdcircuit en het frame zijn aangesloten. Deze condensatoren en lange motorka-
bels verhogen de lekstromen naar de aarde en kunnen aardlekautomaten doen aan-
spreken.
Aansluiten van omvormers op een gemeenschappelijk DC
systeem
Zie ACS880-01 drives and ACS880-04 drive modules common DC systems application
guide (3AUA0000127818 [Engels]).
Implementeren van de Noodstopfunctie
Wegens veiligheidsredenen moet u bij elk besturingspaneel en andere besturingssta-
tions waar een noodstop nodig kan zijn, een noodstopvoorziening installeren. U kunt
de Safe torque off functie van de omvormer gebruiken om de Noodstopfunctie te
implementeren. Zie het hoofdstuk
Safe Torque off functie
op pagina 237.
Opmerking: Door op de stoptoets
op het bedieningspaneel van de omvormer te
drukken wordt er geen noodstop van de motor gegenereerd en wordt de omvormer
ook niet gescheiden van gevaarlijke spanningen.
Implementeren van de Safe torque off functie
Zie het hoofdstuk
Safe Torque off functie
op pagina 237.
Implementeren van de veiligheidsfuncties met de FSO-module
De omvormer kan in de fabriek voorzien worden van een veiligheidsfuncties-module
(optie +Q973 of +Q972). De module is ook verkrijgbaar als retrofit-kit. Met de veilig-
heidsfuncties-module kunnen functies zoals Veilige Rembesturing (SBC), Veilige stop
1 (SS1), Veilige Noodstop (SSE), Veilig begrensd toerental (SLS) en Veilig maximum
toerental (SMS) geïmplementeerd worden.
Bij levering vanaf de fabriek zijn de instellingen van de FSO-xx op standaard inge-
steld. De bedrading van het externe veiligheidscircuit en de configuratie van de FSO-
xx module zijn de verantwoordelijkheid van de machinebouwer.