88 Planning van de elektrische installatie
Schakelen van de motorvoeding van omvormer naar direct-on-line
1. Stop de omvormer en de motor via het bedieningspaneel van de omvormer
(omvormer in lokale besturingsmodus) of het externe stopsignaal (omvormer
onder afstandsbesturing).
2. Open de hoofdmagneetschakelaar van de omvormer met S11.
3. Schakel de motorvoeding van omvormer naar direct-on-line met S40.
4. Wacht 10 seconden om de magnetisatie van de motor te laten verdwijnen.
5. Start de motor met S41.
Schakelen van de motorvoeding van direct-on-line naar omvormer
1. Stop de motor met S42.
2. Schakel de motorvoeding van direct-on-line naar de omvormer met S40.
3. Sluit de hoofdmagneetschakelaar van de omvormer met schakelaar S11 (-> draai
gedurende twee seconden op positie ST en laat daarna in positie 1 staan).
4. Start de omvormer en de motor via het bedieningspaneel van de omvormer
(omvormer in lokale besturingsmodus) of het externe startsignaal (omvormer
onder afstandsbesturing).
Beveiliging van de contacten van relaisuitgangen
Inductieve belastingen (relais, magneetschakelaars, motoren) veroorzaken piekspan-
ningen bij het uitschakelen.
De relaiscontacten op de besturingsunit van de omvormer zijn beveiligd tegen span-
ningspieken met varistoren (250 V). Desondanks verdient het sterke aanbeveling de
inductieve belasting te voorzien van storingverzwakkende kringen (varistoren, RC-fil-
ters [AC] of diodes [DC]) om de EMC-emissie bij uitschakeling tot een minimum te
beperken. Wanneer niet onderdrukt, kunnen de onregelmatigheden zich capacitief of
inductief aan andere geleiders in de besturingskabel koppelen en een risico voor
storingen in andere systeemonderdelen vormen.
Installeer de beveiligingcomponent zo dicht mogelijk bij de inductieve belasting.
Installeer geen beveiligingcomponenten bij de relaisuitgangen.