Aansluitprocedure voor frames R1 tot R3
1. Draai de montageschroeven aan de zijkanten van de frontkap los.
2. Verwijder de kap door deze naar voren te schuiven.
3. Bevestig de waarschuwingssticker tegen restspanning in de plaatselijke taal op
het montageplatform voor het bedieningspaneel.
4. Verwijder de rubberen doorvoertules van de doorvoerplaat zodat de kabels aan-
gesloten kunnen worden.
5. IP21 units: Bevestig de kabelconnectoren (meegeleverd in een plastic zak) in de
gaten van de kabeldoorvoerplaat.
6. Maak de uiteinden van de voedings- en motorkabels gereed zoals in de figuur geïl-
lustreerd. Opmerking: Blote afscherming moet over 360 graden geaard worden.
7. IP21 units: Aard de afschermingen over 360 graden in de connectoren door de
connector op het gestripte deel van de kabel vast te zetten. IP55 units: Bevestig
de klemmen over het gestripte deel van de kabels. Pas op voor de scherpe ran-
den.
8. Sluit de getwiste afschermingen van de vermogenskabels aan op de aardklemmen.
9. Sluit de extra PE-geleider (indien gebruikt, zie pagina 15) van de voedingskabel
aan op de aardklem.
10. Sluit de fasegeleiders van de ingangskabel aan op klemmen L1, L2 en L3 en de fase-
geleiders van de motorkabel op de klemmen T1/U, T2/V en T3/W. Sluit de geleiders
van de remweerstand (indien aanwezig) aan op de klemmen R+ en R-. Draai de
schroeven vast tot het aanhaalmoment gegeven in de onderstaande figuur.
11. Installeer de aardingsplaat voor de besturingskabels in het kabelingangsblok.
12. Zet de kabels buiten de unit mechanisch vast.
Opmerking: Zie, voor installatie in een kabelgoot in de VS, de beknopte opstartgids.
Elektrische installatie 97