Deze tabel toont welke temperatuursensor-types u kunt aansluiten op de I/O-uitbrei-
dingsmodules van de omvormer en toont ook de isolatie-vereisten voor de sensor.
Uitbreidingsmodule
Type
Isolatie/scheiding
FIO-
Galvanische scheiding tussen
11
sensor-connector en andere
connectoren (inclusief de con-
nector van de besturingsunit
van de omvormer)
FEN-
Galvanische scheiding tussen
xx
sensor-connector en andere
connectoren (inclusief de con-
nector van de besturingsunit
van de omvormer)
FAIO-
Basis-isolatie tussen sensor-
01
connector en connector van
de besturingsunit van de
omvormer. Geen isolatie tus-
sen sensor-connector en
andere IO-connectoren.
FPTC
Versterkte isolatie tussen sen-
-xx
sor-connector en andere con-
nectoren (inclusief de
connector van de besturings-
unit van de omvormer)
Opmerking: De onnauwkeurigheid van de analoge ingangen van de omvormer voor
Pt100 sensoren is 10 °C (18 °F). Indien een grotere nauwkeurigheid nodig is, gebruik
dan de FAIO-01 analoge I/O-uitbreidingsmodule (optie +L525).
Planning van de elektrische installatie 91
Temperatuursensor
type
PTC
KTY
Pt100,
Pt1000
-
X
X
X
X
-
X
X
X
X
-
-
Isolatie-eisen voor de
temperatuursensor
Versterkte isolatie
Versterkte isolatie
Basis-isolatie. Andere
connectoren van de
uitbreidingsmodule dan
de sensor-connector
moeten onaangesloten
blijven.
Geen speciale eisen